Is het wanneer ik op m’n best ben? Of op mijn slechtst? Is het mijn geschiedenis – wat er met me is gebeurd of wat ik heb gedaan?

Is het hoe ik me voel en gedraag op het moment zelf?

Ik weet dat ik niet de enige ben die zichzelf deze vragen stelt. Ook de maatschappij eist dat we voortdurend vaststellen wie we zijn en waar we voor staan. Het vraagt ook, dat de persoon die we aan de wereld presenteren, coherent en stabiel is. Maar als mens ben ik een luide, tegenstrijdige stroom van gedachten en gevoelens. Ik ben tegenstrijdige delen die opkomen en naar voren komen afhankelijk van de omstandigheden. Ik ben het bewustzijn zelf, en ben niet gemakkelijk te beperken tot een enkel definitief kenmerk.

Maar wat als er een veel eenvoudiger label zou zijn waarmee ik mezelf zou kunnen identificeren?

Wat als er een beknopt verklarend systeem zou zijn voor wie ik ben, dat vandaag de dag algemeen gebruikt en geaccepteerd wordt in de wereld?

Ik heb het hier over psychiatrische diagnoses. En ik zie het vaak – mensen die lijden, nemen hun diagnostisch etiket over als een verklaring voor wie ze zijn in de wereld. Ook ik ben gefixeerd geraakt op mijn diagnoses… En hoewel ik me bevestigd voelde in het feit dat mijn pijn voldoende was om een etiket te rechtvaardigen, waren de diagnoses ook problematisch op een aantal manieren.

Ten eerste zag ik niet in dat deze etiketten slechts de mening van één psychiater waren, bedoeld als een stenografische samenvatting van mijn problemen, niet om buiten een medische context te gebruiken. In plaats daarvan nam ik ze ter harte en eiste ze op als mijn identiteit. Ik begon mezelf als gebrekkig te zien, vooral met een diagnose van persoonlijkheidsstoorniskenmerken. Ik had het gevoel dat ik een beschamend geheim had, en dat als ik niet voorzichtig was om mijn ware gedachten en gevoelens te verbergen, dat anderen mijn gebrokenheid zouden opmerken. Op een gegeven moment waren mijn moeilijkheden zo groot dat ik op de afdeling voor opname verkeerd werd gediagnosticeerd als schizofreen. Opgesloten en in het ziekenhuis, voelde ik me de definitie van gek. En ik had een excuus klaar als ik fouten maakte – ik geloofde dat ik weinig controle had over mijn gedrag, en deed kwetsende dingen omdat ik onwel was. Ik vermeed ook om op een oprecht niveau contact te maken met anderen, omdat ik me tot hen verhield door de lens van mijn diagnoses, en niet volgens mijn authentieke innerlijke stem.

Daarnaast hield het hebben van een naam voor mijn leed me vast in het voelen en gedragen op een manier die consistent was met mijn labels. Naarmate de tijd verstreek, werd ik onzeker over wie ik was buiten de psychiatrische terminologie om, en ik was doodsbang voor de onzekerheid en nuance in het leven buiten de labels om. Ik had te maken met enorme angst en verdriet bij het leren loslaten van de greep die ik hield op mijn diagnoses. Ik had ook te kampen met een lage motivatie om te veranderen, omdat ik niet echt wilde uitvinden wie ik was voorbij de vertrouwdheid van mijn labels.

Wist u dat één op de vijf Nieuw-Zeelanders vandaag de dag een diagnosticeerbare geestelijke ziekte heeft?

Deze statistiek schokt me niet zozeer als wel het feit dat we een contextloze, medische term gebruiken om het niveau van leed dat vandaag de dag in ons land wordt gevoeld te kwantificeren. Nieuw-Zeeland heeft ernstige maatschappelijke problemen – armoede, geweld in het gezin, verlies van werkgelegenheid, gebrek aan betekenis en sociale verbondenheid, en lichamelijke gezondheidsproblemen, met name de zogenaamde levensstijl ziekten. Ik ben er niet zo zeker van dat het begrijpen van de problemen van onze natie in termen van de prevalentie van geestelijke gezondheidsproblemen ons in staat stelt om verbinding te maken met de onderliggende oorzaken.

Daarnaast is het problematisch om de diagnose te gebruiken als zowel de classificatie voor het gedrag, als de verklaring van het gedrag. Laat me illustreren wat ik bedoel met het volgende voorbeeld: ‘waarom is Jan depressief? Omdat hij de symptomen van depressie heeft!’ ‘en waarom heeft hij symptomen van depressie? Omdat hij depressief is! Dit is een cirkelredenering, die ons ervan weerhoudt verder te kijken dan het etiket, naar de redenen achter het gedrag, naar de geschiedenis van de persoon. Misschien rouwt John om het verlies van een vriend, wat gecompliceerd en verlengd wordt door het verdriet dat hij nooit heeft kunnen verwerken over de dood van zijn vader. Misschien koestert John een diepe woede die hij niet kan uiten tegenover de mensen om hem heen, en keert hij die woede op zichzelf terug in de vorm van venijnige zelfkritiek.

Ik zou zeggen dat deze blogpost het topje van de ijsberg is wat betreft de problemen die voortkomen uit het begrijpen en categoriseren van menselijk lijden aan de hand van symptomen en diagnoses. En deze komen bovenop de problemen die hiermee gepaard gaan, zoals het te veel voorschrijven van medicatie, vooral aan jongeren en hoogbejaarden, de niet aflatende en grotendeels vruchteloze zoektocht naar de zogenaamde biologische basis van geestesziekten, en het heersende idee dat deze aandoeningen zelfs maar bestaan als feitelijke ziekte-identiteiten, in plaats van een verzameling ideeën die zijn gegroepeerd in arbitraire criteria en zijn vastgesteld door een groep psychiaters.

Tot slot, na veel hard werken aan mezelf, kan ik met trots zeggen dat ik niet langer voldoe aan de criteria voor een diagnose – ik ben ‘subklinisch’, zoals dat heet. Maar ik ben ook zoveel meer dan welk etiket dan ook. Ik ben een liefhebbende dochter, zus en vriendin. Ik ben iemand die gilt als ze lacht en die nieuwe dingen probeert, hoewel dat niet altijd lukt. Ik ben gepassioneerd, creatief en opgewonden. Ik ben mezelf.

Much Aroha

Claire

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.