Mummies worden over het algemeen geassocieerd met het oude Egypte. Maar 2000 jaar voor de Egyptenaren, mummificeerde de Chinchorro cultuur haar doden al. Het Chinchorro volk leefde aan de kust van de Atacama woestijn, in het huidige Peru en Chili. Archeologen hebben zich lang afgevraagd wat deze jager-verzamelaars ertoe aanzette om hun doden te conserveren. Een nieuwe studie wijst op een veranderend klimaat. De oudste Chinchorro mummies dateren van ongeveer 7.000 jaar geleden. Fysisch antropoloog Bernardo Arriaza is verbonden aan de Tarapaca Universiteit in Chole en is auteur van de nieuwe studie. Hij zegt dat de vroege Chinchorro mensen een uitgebreid proces volgden om de doden te mummificeren. “Ze verwijderden de organen, ze maakten de holtes schoon,” zegt Arriaza. “Dan begonnen ze het in te pakken, vooral met klei, witachtige klei.” Ze sloten de lichamen, naaiden de huid terug en verfden de lichamen zwart van top tot teen. Daarna plaatsten ze pruiken op de hoofden en lieten ze de ogen en monden open. In tegenstelling tot andere samenlevingen die hun doden conserveerden, zegt Arriaza, mummificeerden de Chinchorro niet alleen hun elite. “Iedereen werd op vergelijkbare manieren gemummificeerd,” zegt hij. “Oudere mensen, jongere mensen, zelfs foetussen en pasgeborenen.” Maar waarom hield deze eenvoudige samenleving van jagers en vissers zich bezig met deze tijdrovende, verfijnde praktijk? Er zijn veel theorieën geweest. Maar geen enkele heeft kunnen verklaren waarom de praktijk begon. Arriaza en zijn collega’s vermoedden dat er in die tijd een verandering in het milieu had kunnen optreden. Voor hun nieuwe studie keken zij daarom naar aanwijzingen voor het oude klimaat van de regio, verzameld door andere wetenschappers. Zij ontdekten dat een paar eeuwen voordat de Chinchorro hun doden begonnen te mummificeren, het klimaat in de regio minder ruw werd. Dat betekende meer zoet water en voedsel voor de mensen. Het resultaat was een groeiende bevolking. “Een grotere bevolkingsdichtheid van levende mensen betekent ook dat er meer doden waren,” zegt ecoloog Pablo Marquet van de Ponitifica Católica de Chile (Katholieke Universiteit van Chili).Op elke andere plaats zou het hebben van meer doden veel kunnen betekenen. Maar niet in de Atacama-woestijn, een van de droogste plekken op aarde. “Als je eenmaal dood bent, mummificeer je op natuurlijke wijze,” zegt Marquet. “Omdat het erg droog is, ontbinden lijken niet. Dus je blijft hier.” Bovendien begroeven de Chinchorro hun doden niet erg diep. En de lichamen konden gemakkelijk door de wind worden blootgelegd. Marquet en zijn collega’s stellen dus dat de Chinchorro in een landschap leefden dat bezaaid was met natuurlijk geconserveerde dode lichamen.