De nacht op zijn kop is een heel kort verhaal met een interessante wending. Het verhaal van een jongeman die zijn hotel verlaat voor een ritje op zijn motorfiets. Terwijl hij langs de laan loopt ziet hij een meisje dat de weg oversteekt en in een poging haar niet omver te rijden krijgt hij een ongeluk. Wanneer hij door de ziekenwagen wordt geholpen en op een brancard wordt gelegd, begint hij dromen te krijgen die worden gekenmerkt door geuren, geuren die hij beschrijft als de geur van oorlog. In deze dromen is hij een Motec indiaan die achtervolgd wordt door Azteekse krijgers in The Flowery Wars. Later ontwaakt de jongeman uit zijn droom en ligt hij al in de ontwaakzaal na een operatie aan zijn arm. De jongeman valt weer in slaap en heeft de droom opnieuw, maar deze keer is hij al in de jungle en wordt hij aangevallen door een Azteek die hij ter verdediging neersteekt, maar gevangen wordt genomen. Hij wordt weer wakker op de ziekenzaal, heeft erge dorst, drinkt water en valt weer in slaap. Hij is nu gevangen genomen door de Azteken en staat op het punt geofferd te worden. Hij ziet de acolieten bij de offersteen aankomen en merkt dat hij vreemd genoeg weer in de ziekenzaal is. Hij probeert de fles weer te pakken, maar het is weer donker en hij kijkt toe hoe ze het lichaam van de laatste man weghalen om door de priester te worden geofferd. Als de man gaat liggen probeert hij weer uit zijn droom te ontwaken, maar hij realiseert zich dat wat echt een droom was, zijn ongeluk en zijn herstel in het ziekenhuis waren en dat wat hij meemaakt, zijn gevangenneming en opoffering, het echte leven is.De hoofdpersoon is de jongeman die een motorongeluk krijgt en naar een ziekenhuis wordt gebracht. Anderzijds is hij ook een jongeman die op het punt staat te worden gedood voor een offer.
Het speelt zich af in Mexico, want de hoofdpersoon is een Motec-indiaan.
Het verhaal speelt zich af tijdens de bloemrijke oorlogen die de Azteken voerden, in de eeuwen vóór de verovering van Amerika.In deze oorlog wilden zij hun vijanden niet in de strijd doden, maar gevangen nemen en levend naar hun hoofdstad brengen, waar de priesters hen boven op een van hun piramiden offerden, hen “met het gezicht naar boven” op een steen legden en met een stenen dolk hun hart verwijderden. Het was de gewoonte van de Azteken om gevangenen te leveren voor offers aan hun goden.
Er is een verwarring tussen droom en werkelijkheid. Het fantastische schuilt in het feit dat het personage droomt van werkelijkheden die hij niet kent, van een verre toekomst. Een vreemd, ongewoon element breekt in in de alledaagse werkelijkheid en produceert een andere wereld, waarvan de vreemde verschijnselen de lezer confronteren met het realiteit/onwerkelijkheid probleem. Het wil een gevoel van onzekerheid en aarzeling opwekken bij de lezer, die aarzelt tussen een rationele verklaring.