Detroit werd gesticht in 1701 toen Antoine de la Mothe Cadillac er een fort en een nederzetting vestigde. De naam betekent “zeestraat” in het Frans, en is afgeleid van de smalle rivier die Lake St. Clair met Lake Erie in Michigan verbindt. De controle over het gebied ging over op de Britten in 1760. Detroit nam zo’n strategische positie in dat, hoewel de Britten verplicht waren het aan de Verenigde Staten af te staan krachtens het Verdrag van Parijs van 1783, zij tot 1796 weigerden het op te geven. Detroit werd in 1802 als dorp ingelijfd en werd de regeringszetel voor het Michigan Territory toen dat in 1805 uit het Northwest Territory werd gevormd. Detroit werd in hetzelfde jaar volledig door brand verwoest, wat de burgers de gelegenheid gaf om het land daarna op een betere manier opnieuw in te richten.Toen de oorlog van 1812 uitbrak, was de positie van Detroit onverdedigbaar en de stad gaf zich op 16 augustus 1812 over aan de Britten. De poging van generaal Harrison om Detroit de volgende maand januari te heroveren mislukte, maar na de overwinning van commodore Perry op het Eriemeer in september en de overwinning van Harrison bij de Theems in oktober, werd de Amerikaanse controle over Detroit hersteld na iets meer dan een jaar Britse bezetting. Generaal Harrison doopte het om tot Fort Shelby. Detroit kreeg in 1815 de status van stad en was de hoofdstad van de staat vanaf de toetreding van Michigan tot de Unie in 1837 tot 1847, toen de hoofdstad naar Lansing werd verplaatst. Detroit bleef grotendeels een commercieel centrum voor het omliggende landbouwgebied tot de jaren 1870, toen de verwerkende industrie begon te domineren.Detroit was goed gepositioneerd om te profiteren van de opkomst van de autofabricage aan het begin van de 20e eeuw. Een aantal visionaire ondernemers ontwierp auto’s die de gewone Amerikanen aanspraken, met als resultaat dat auto’s een massamarkt werden. Detroit en zijn voorstad Allen Park hadden een goed opgeleide beroepsbevolking dankzij zijn positie in de spoorwegbouw, en de stad was goed gelegen om zowel grondstoffen te ontvangen als afgewerkte auto’s op de markt te brengen. Als gevolg daarvan is de grootste concentratie van autofabricage in Amerika steeds in Detroit geweest. Ook de hoofdkantoren van de grootste fabrikanten zijn in de stad gevestigd. Toen er gunstiger federale arbeidswetgeving werd aangenomen als onderdeel van The New Deal, leidde Walter Reuther de United Auto Workers naar succes bij alle grote autofabrikanten. Als gevolg daarvan werd Detroit een van de meest georganiseerde steden van het land en stemde het consequent Democratisch in de nationale verkiezingen. De instroom van zwarte arbeiders in de defensiefabrieken van Detroit tijdens de Tweede Wereldoorlog zorgde voor ernstige raciale spanningen. Blanken waren bijzonder ongelukkig met zwarten die in hun buurten kwamen wonen en naast hen aan de lopende band werkten. Op 20 juni 1943 braken er sudderproblemen uit en over een periode van enkele dagen vielen zowel zwarte als blanke bendes leden van het andere ras aan. Federale troepen werden opgeroepen om de orde te herstellen, maar niet voordat 34 mensen waren gedood. In juli 1967 kwamen zwarte inwoners van Detroit in opstand. De directe aanleiding voor de oproer was een inval van de politie in een drinkclub in een zwarte buurt. De politie trof veel meer mensen aan dan verwacht, maar probeerde toch alle 82 mensen in het gebouw te arresteren. De diepere oorzaak was de geschiedenis van politie-intimidatie en wreedheid. Uiteindelijk werden eenheden van de Nationale Garde en het Amerikaanse leger ingezet om de orde te herstellen. De rellen, die een week duurden, leidden tot enorme verliezen: 43 levens en ongeveer 45 miljoen dollar aan eigendommen.