De zuidelijke viscacha houdt geen winterslaap en is meestal actief kort na zonsopgang en opnieuw ’s avonds. Op deze momenten komt hij tevoorschijn uit zijn ondergrondse schuilplaats om zich te voeden met het beschikbare plantenmateriaal, voornamelijk grassen en mos, en hij eet ook korstmossen. Een deel van de dag brengt hij door op een rots om te zonnebaden, zich te verzorgen of te rusten. Zuidelijke viscacha’s zijn koloniale soorten en wagen zich niet ver van rotsen, zodat ze ondergronds kunnen duiken als er gevaar dreigt. Ze gebruiken verschillende roepen om met elkaar te communiceren. Ze worden gejaagd door de Andesbergkat (Leopardus jacobitus) en vormen een belangrijk deel van diens dieet.
Het broeden begint in het laatste kwartaal van het jaar, wanneer de paring plaatsvindt. De draagtijd bedraagt ongeveer 130 dagen en er wordt één (of soms twee) pre-sociale pup geboren die bij de geboorte de ogen open heeft en volledig met bont is bekleed. Hij zoogt ongeveer acht weken, maar kan binnen enkele uren na zijn geboorte de melk aanvullen met vast voedsel. De gemiddelde levensduur is onbekend, maar één dier overleefde 19 jaar in gevangenschap.