De plataan (Ficus sycomorus) is een boomsoort die alleen groeit in de Jordaanvallei en bij de Middellandse Zeekust. De plataan wordt afgebeeld als een boom die in overvloed groeit in de shephelah (laagland, 1 Koningen 10:27). Dit in tegenstelling tot de ceders die Salomo in Jeruzalem plantte.
De plataan is niet dezelfde als de boom met die naam die in Noord-Amerika groeit. De plataan behoort tot de netelfamilie, net als de moerbeiboom en de vijgenboom. De vrucht lijkt op een vijg, maar de smaak is onaangenaam. Hij wordt door de armen gegeten. Zie Fauna en Flora van de Bijbel, 179-81.
Zaccheus klom in een plataan te Jericho (Lucas 19:4). Hier is een plataan in Ashkelon die me aan Zacchaeus deed denken. De takken zijn laag. Zelfs een kind zou in de boom kunnen klimmen om een beter uitzicht te krijgen.
Sycamore tree at Ashkelon. Foto door Ferrell Jenkins.
Amos de profeet, die in Tekoah aan de rand van de wildernis van Judea woonde, sprak over het werken met de vrucht van de plataan.
Amos antwoordde aan Amazia: “Ik was geen profeet van beroep. Nee, ik was een herder die ook zorgde voor platanen met vijgenbomen. (Amos 7:14, NET Bible).
Deze foto toont de plataanvijgen aan de boom.
Sycamore vijgen. Foto door Ferrell Jenkins.