Yaconwortel lijkt op een zoete aardappel, maar heeft een compleet andere smaak, textuur en voedingsstoffenprofiel. Deze knol heeft een romige witgele kleur en een unieke verfrissende smaak die lijkt op een combinatie van appel, watermeloen en selderij. In tegenstelling tot zoete aardappel wordt yacon vaak rauw gegeten en bevat het geen zetmeel.
Yacon wortel, of Smallanthus sonchifolius, komt uit het Andesgebergte van Zuid-Amerika, groeiend zo ver noordelijk als Colombia en zo ver zuidelijk als Argentinië. Yacon wordt ook wel aardbei-jicama genoemd omdat de twee wortelgroenten op elkaar lijken. Andere gangbare namen voor yacon zijn Peruviaanse gemalen appel, poire de terre, yacon aardbei, en Boliviaanse zonnewortel.
Smallanthus sonchifolius wordt in Zuid-Amerika al eeuwenlang geteeld. Dit wortelgewas is een traditioneel voedingsmiddel voor vele culturen en heeft pas in de laatste decennia een uitbreiding naar andere streken gekend. Yacon werd voor het eerst geteeld in Nieuw-Zeeland in de late jaren 1970, en het verspreidde zich naar Japan, Tsjechië, Zuid-Korea, en Brazilië in de jaren 1980 en 1990. Vandaag de dag begint yaconwortel te verschijnen op gezondheidsvoedingsmarkten in de Verenigde Staten en elders.
Yacónwortelsiroop wordt gemaakt door yaconsap te reduceren. Als het grootste deel van het water is verdampt, heb je een dikke, donkere en zoete siroop. Yacón wordt zowel in de voeding als in de volksgeneeskunde gebruikt voor diabetes, gewichtsbeheersing en ontstekingen. Hoewel het onderzoek beperkt is, is er enige overeenstemming over de potentiële gezondheidsvoordelen van het consumeren van yaconwortel.