Leven in het bladerdak

Toppen vormen een uitgestrekt bladerdak dat wordt gekenmerkt door een hoge productiviteit: Er wordt meer zonlicht opgevangen per bladoppervlakte dan in enig ander ecosysteem ter wereld.
Dit licht wordt door planten omgezet in energie materie via een proces dat door geen enkel ander ecosysteem wordt geëvenaard: fotosynthese.
Onder het levendige bladerdak is licht schaars en daardoor is de groei beperkt. Op sommige plaatsen komt er echter wel licht door, zoals in de open plekken in het bos, die kunnen ontstaan door omvallende bomen.

Groene energiemachines

Regenbossen zijn de meest productieve ecosystemen op aarde en gebruiken de energie die ze opwekken voor zelfonderhoud, voortplanting en nieuwe groei.
Gecombineerd met een constant en warm klimaat, en met een vrijwel continue beschikbaarheid van water en licht, zijn er weinig obstakels om deze productiviteit het hele jaar door vol te houden.
De uitzondering hierop vormen de af en toe ernstige klimatologische effecten en de destructieve ingrepen van de mens.

De regenroutine

De temperatuur speelt een belangrijke rol in de dagelijkse gang van zaken in het regenwoud. Als de temperatuur stijgt, verliezen planten water aan de atmosfeer door verdamping, wolkenvorming en uiteindelijk regen, die vervolgens weer door de planten wordt opgezogen.
Regenbossen zijn duidelijk dynamische, maar gevoelige ecosystemen, onderhevig aan storende factoren die misschien niet zo voor de hand liggen. Zo zijn er, ondanks het “natte” uiterlijk van regenwouden en de intense vochtigheid (rond 100%), aanwijzingen in hun bodems dat zij in de afgelopen duizend jaar zijn aangetast door branden, die plaatsvonden tijdens perioden van langdurige droogte.4

Omvorming van regenwouden tot weiland

Een meer recente en verontrustende tendens is de omvorming van regenwouden tot weiland. Dit soort impact heeft verschillende gevolgen voor het regenwoud, afhankelijk van de grootte van het ontboste land dat voor weiland wordt gebruikt en de tijd die het regenwoud nodig heeft om zich te herstellen.
Uit studies blijkt dat zwaar begraasde gebieden grasland blijven, met weinig bomen die opnieuw kunnen groeien. De gebieden die zich enigszins herstellen, evenaren nooit helemaal de biologische rijkdom en verschijningsvorm van het oorspronkelijke regenwoud.
————————————————
1Pires en Prance, 1985, in Kricher, 1997
2Salati en Vose, 1984 in Kricher, 1997
3Myers, 1980 in Kricher, 1997
4Uhl et al, 1990 in Kricher, 1997

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.