St. Paulus schrijft in zijn brief aan de Filippenzen, “dat voor de naam van Jezus elke knie zich moet buigen, in de hemel en op aarde en in de diepte, en elke tong moet belijden dat Christus Jezus de HEER is tot eer van God de Vader.” Christenen hebben altijd geloofd dat de naam Jezus kracht heeft, maar velen kennen de betekenis ervan niet. Christenen hebben altijd geloofd dat de naam Jezus kracht heeft, maar velen kennen de betekenis ervan niet. Wat betekent deze naam? Waar komt hij vandaan?
Op de eerste plaats werd de naam “Jezus” door God zelf aan Maria gegeven door de engelachtige boodschap van Gabriël: “Gij zult zwanger worden en een zoon baren, en gij zult zijn naam Jezus noemen” (Lucas 1:31). Van alle namen die hij had kunnen kiezen, koos God die naam met een reden. De heilige naam Jezus is dus door de hemel gegeven: daarom heeft hij macht. St. Jeanne d’Arc stierf op de brandstapel terwijl ze de naam van Jezus herhaalde. De naam Jezus vertegenwoordigt de goddelijke Persoon van het vleesgeworden Woord.
The Catholic Encyclopedia
The Catholic Encyclopedia legt uit dat “het woord Jezus de Latijnse vorm is van het Griekse Iesous, dat op zijn beurt de transliteratie is van het Hebreeuwse Jeshua, of Joshua, of ook Jehoshua, wat ‘is redding’ betekent”. De Catechismus van de Katholieke Kerk voegt daaraan toe: “Jezus betekent in het Hebreeuws: ‘God redt’. Bij de aankondiging gaf de engel Gabriël hem de naam Jezus als de meest passende, een teken van zijn identiteit en zending.”
Hoewel de naam in de een of andere vorm dikwijls voorkomt in het Oude Testament, werd hij door geen enkele vooraanstaande persoon gedragen tussen de tijd van Jozua, de zoon van Nun, en Jozua, hogepriester in de tijd van Zerubbabel. Het was ook de naam van de schrijver van Ecclesiasticus, van een van de voorvaderen van Christus die genoemd worden in de genealogie, gevonden in het derde Evangelie, en een van de metgezellen van Sint Paulus.
Het Oude Testament
De naam was populair in het Oude Testament en is in de tijd van Jezus’ geboorte sterk verwant met de naam “Jozua”. Tijdens de Hellenistische periode schijnt Jason, een zuiver Griekse naam en analoog van Jezus, door velen te zijn aangenomen. De Griekse naam is verwant met het werkwoord iasthai, genezen; het is dan ook niet verwonderlijk dat sommige van de Griekse vaders het woord Jezus met dezelfde wortel associeerden. Terwijl in de tijd van Christus de naam Jezus heel gewoon schijnt te zijn geweest, werd deze aan Onze-Lieve-Heer op uitdrukkelijk bevel van God opgelegd als een teken dat het Kind bestemd was om “zijn volk te redden van hun zonden.”
Dus heeft Philo Judeo gelijk wanneer hij uitlegt dat Iesous soteria kyrion betekent; Eusebius geeft er de betekenis van Theou soterion aan; terwijl St. Cyrillus van Jeruzalem het woord interpreteert als een equivalent van soter. De laatste schrijver lijkt het echter eens te zijn met Clement van Alexandrië in het beschouwen van het woord Iesous als van Griekse oorsprong; Johannes Chrysostom benadrukt opnieuw de Hebreeuwse afleiding van het woord en zijn soter betekenis, en stemt zo in met de exegese van de engel die tot St. Jozef spreekt.
De naam van Jezus staat centraal in het christelijk gebed. Alle liturgische gebeden worden besloten met de formule “Voor Onze Heer Jezus Christus…”. Het “Wees gegroet Maria” eindigt met “Gezegend is de vrucht van uw schoot, Jezus”. De naam van Jezus staat centraal in het Weesgegroet; de rozenkrans is gecentreerd rond de naam van Jezus, dus heeft hij kracht.