Er zijn veel verschillende soorten straling – van het licht dat van de zon komt tot de warmte die voortdurend van ons lichaam afstraalt. Maar als men het over straling en kankerrisico heeft, denkt men vaak aan röntgen- en gammastralen.
Röntgenstralen en gammastralen kunnen afkomstig zijn van natuurlijke bronnen, zoals radongas, radioactieve elementen in de aarde, en kosmische stralen die de aarde raken vanuit de ruimte. Maar dit soort straling kan ook door de mens worden geproduceerd. Röntgen- en gammastralen worden opgewekt in centrales voor kernenergie, en worden ook in kleinere hoeveelheden gebruikt voor medische beeldvormingstests, kankerbehandeling, bestraling van voedsel en beveiligingsscanners op vliegvelden.
Röntgen- en gammastralen zijn beide soorten elektromagnetische straling met een hoge energie (hoge frequentie). Het zijn energiepakketjes die geen lading of massa (gewicht) hebben. Deze energiepakketjes staan bekend als fotonen. Omdat röntgenstralen en gammastralen dezelfde eigenschappen hebben en dezelfde gevolgen hebben voor de gezondheid, worden zij in dit document samengevoegd.
Röntgenstralen en gammastralen zijn beide vormen van hoogfrequente ioniserende straling, wat betekent dat ze genoeg energie hebben om een elektron te verwijderen uit een atoom of molecuul (te ioniseren). Geïoniseerde moleculen zijn onstabiel en ondergaan snel chemische veranderingen.
Als ioniserende straling door een cel in het lichaam gaat, kan dit leiden tot mutaties (veranderingen) in het DNA van de cel, het deel van de cel dat de genen (blauwdrukken) bevat. Soms leidt dit tot het afsterven van de cel, maar soms ook tot kanker in een later stadium. De hoeveelheid schade die in de cel wordt aangericht, houdt verband met de dosis straling die de cel ontvangt. De schade vindt plaats in slechts een fractie van een seconde, maar andere veranderingen, zoals het begin van kanker, kunnen zich pas na jaren ontwikkelen.
Gammastralen en röntgenstralen zijn niet de enige soorten ioniserende straling. Sommige soorten ultraviolette (UV) straling zijn ook ioniserend. Ioniserende straling kan ook in deeltjesvorm bestaan, zoals protonen, neutronen, en alfa- en betadeeltjes.
Dosis straling
Blootstelling aan straling kan in bepaalde eenheden worden uitgedrukt.
De geabsorbeerde dosis is de hoeveelheid energie die per eenheid van massa wordt afgegeven. Meestal wordt dit gemeten in gray (Gy). Een milligray (mGy), dat is 1/1000e van een Gy, kan ook worden gebruikt.
De equivalente dosis is de geabsorbeerde dosis vermenigvuldigd met een omrekeningsfactor die is gebaseerd op de medische effecten van het soort straling. Zij wordt vaak uitgedrukt in sievert (Sv) of millisievert (mSv), wat overeenkomt met 1/1000e van een Sv.
Voor röntgenstralen en gammastralen (en betadeeltjes) is de equivalente dosis in Sv gelijk aan de geabsorbeerde dosis in Gy.
Minder gebruikelijke stralingsdosiseenheden zijn rads, rems, en roentgens.