Vraag: “Wat is de sleutel tot het dragen van vrucht als christen?”
Antwoord: In de natuur is vrucht het resultaat van een gezonde plant die produceert waarvoor hij is ontworpen (Genesis 1:11-12). In de Bijbel wordt het woord vrucht vaak gebruikt om de uiterlijke daden van een persoon te beschrijven die het resultaat zijn van de toestand van het hart.
Goede vrucht is dat wat wordt voortgebracht door de Heilige Geest. Galaten 5:22-23 geeft ons een beginpunt: de vrucht van Zijn Geest is liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Hoe meer we de Heilige Geest de vrije loop laten in ons leven, hoe meer deze vrucht zichtbaar wordt (Galaten 5:16, 25). Jezus zei tegen Zijn volgelingen: “Ik heb u uitgekozen en u aangesteld, opdat u heengaat en vrucht draagt – vrucht die blijvend is” (Johannes 15:16). Rechtvaardige vrucht heeft eeuwig nut.
Jezus vertelde ons duidelijk wat we moeten doen om goede vrucht te dragen. Hij zei: “Blijft in Mij, en Ik in u. Zoals een tak uit zichzelf geen vrucht kan dragen, tenzij hij in de wijnstok blijft, zo kunt ook gij geen vrucht dragen, tenzij gij in Mij blijft. Ik ben de wijnstok, jullie zijn de takken; wie in Mij blijft en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want buiten Mij kunnen jullie niets doen” (Johannes 15:4-5). Een tak moet stevig aan de stam gehecht blijven om in leven te blijven. Als discipelen van Christus moeten wij stevig met Hem verbonden blijven om geestelijk productief te blijven. Een tak put kracht, voeding, bescherming en energie uit de wijnstok. Als hij wordt afgebroken, sterft hij snel af en wordt onvruchtbaar. Wanneer wij ons geestelijk leven verwaarlozen, het Woord van God negeren, beknibbelen op gebed, en gebieden van ons leven onttrekken aan het onderzoek van de Heilige Geest, zijn wij als een tak die van de wijnstok is afgebroken. Ons leven wordt vruchteloos. Wij hebben dagelijkse overgave nodig, dagelijkse communicatie, en dagelijks – soms ieder uur – gebed en verbinding met de Heilige Geest om “te wandelen in de Geest en niet de begeerten van het vlees te vervullen” (Galaten 5:16). Intiem verbonden blijven met de ware Wijnstok is de enige manier om “vrucht te dragen in de ouderdom” (Psalm 92:14), om “te lopen en niet moede te worden” (Jesaja 40:31), en om “niet moede te worden in het doen van goede werken” (Galaten 6:9).
Eén vervalsing van het dragen van goede vruchten is pretentie. Wij kunnen experts worden in de routines, de lingo, en “christelijk doen”, terwijl wij geen echte kracht ervaren en geen eeuwige vrucht dragen. Onze harten blijven egocentrisch, boos en vreugdeloos, zelfs als wij doen alsof wij God dienen. Wij kunnen gemakkelijk vervallen in de zonde van de Farizeeën uit Jezus’ tijd, door onszelf te beoordelen naar hoe wij denken dat wij overkomen op anderen en door die geheime plaats in ons hart te verwaarlozen waar alle goede vrucht ontkiemt. Als wij dezelfde dingen liefhebben, verlangen, nastreven en vrezen als de rest van de wereld, blijven wij niet in Christus, ook al is ons leven gevuld met kerkelijke activiteiten. En vaak beseffen we niet dat we een vruchteloos leven leiden (1 Johannes 2:15-17).
Onze werken zullen door vuur beproefd worden. In 1 Korintiërs 3:12-14 wordt een andere metafoor gebruikt dan voor vruchten: “Als iemand op dit fundament bouwt met goud, zilver, kostbare stenen, hout, hooi of stro, zal zijn werk worden getoond voor wat het is, want de dag zal het aan het licht brengen. Het zal met vuur worden geopenbaard, en het vuur zal de kwaliteit van ieders werk beproeven. Als wat gebouwd is overleeft, zal de bouwer een beloning ontvangen. Als het verbrand wordt, zal de bouwer verlies lijden, maar toch zal hij gered worden, al was het maar als iemand die door de vlammen ontsnapt.”
God is de rechter over zelfs onze gedachten en beweegredenen. Alles zal aan het licht gebracht worden wanneer we voor Hem staan (Hebreeën 4:12-13). Een arme weduwe in een eenkamerhut kan evenveel vrucht dragen als een televangelist die reusachtige kruistochten leidt, als zij zich in alles overgeeft aan God en alles wat Hij haar heeft gegeven gebruikt tot Zijn eer. Zoals vruchten uniek zijn voor elke boom, zijn onze vruchten uniek voor ons. God weet wat Hij ieder van ons heeft toevertrouwd en wat Hij van ons verwacht dat wij ermee doen (Lucas 12:48). Het is onze verantwoordelijkheid tegenover God om “trouw te zijn met weinig”, zodat Hij ons veel kan toevertrouwen (Matteüs 25:21).