Vraag: “Wat is de betekenis van ongezuurd brood?”
Antwoord: De Bijbel vertelt ons dat de Israëlieten elk jaar tijdens Pesach alleen ongezuurd brood mochten eten als een herdenking van de Exodus uit de Egyptische slavernij. Omdat de kinderen van Israël Egypte haastig verlieten, hadden zij geen tijd om het brood te laten rijzen, dus werd het op dat allereerste Pesach gemaakt zonder zuurdesem, ook bekend als gist. In de beschrijving van dit brood en waarom het gegeten werd, informeert de Bijbel ons over het volgende: “Eet het niet met brood dat met gist is bereid, maar eet zeven dagen lang ongezuurd brood, het brood van de ellende, omdat gij haastig uit Egypte bent vertrokken – opdat gij al de dagen van uw leven de tijd van uw vertrek uit Egypte moogt gedenken” (Deuteronomium 16:3). Verdere geboden betreffende het eten van ongezuurd brood zijn te vinden in Exodus 12:8; 29:2; en Numeri 9:11. Volgens het Hebreeuwse lexicon is de term ongezuurd brood afgeleid van het woord matzo, dat “brood of cake zonder zuurdesem” betekent. Het lexicon zegt ook dat matzoh op zijn beurt is afgeleid van een woord dat betekent “uitlekken of opzuigen”. Met betrekking tot dit tweede Hebreeuwse woord zegt het lexicon: “In de zin van gulzig verslinden naar zoetheid.” Het is dus heel goed mogelijk dat ongezuurd brood, hoewel het zwaar en plat kan zijn geweest, ook zoet van smaak kan zijn geweest.
In de Bijbel is zuurdesem bijna altijd het symbool van zonde. Zoals zuurdesem de hele deegklomp doordringt, zo zal de zonde zich verspreiden in een persoon, een kerk, of een natie, en uiteindelijk haar deelnemers overweldigen en in haar slavernij brengen en uiteindelijk tot de dood (Galaten 5:9). Romeinen 6:23 zegt ons dat “het loon van de zonde de dood is”, dat is Gods oordeel over de zonde, en dit is de reden dat Christus stierf – om een uitweg te bieden uit dit oordeel over de zonde, als de mens zich bekeert van zijn zonden, Christus aanvaardt als zijn Pascha-offer, en zijn hart laat veranderen zodat hij zijn leven in overeenstemming kan brengen met wat God gebiedt.