Vraag: “Wat is christelijk humanisme?”
Antwoord: De term christelijk humanisme is gebruikt om te verwijzen naar een breed scala van opvattingen, waarvan sommige meer bijbels zijn dan andere. In het algemeen is humanisme een systeem van denken dat zich concentreert op menselijke waarden, potentieel en waarde; humanisme houdt zich bezig met de behoeften en het welzijn van de mensheid, benadrukt de intrinsieke waarde van het individu, en ziet mensen als autonome, rationele, en morele agenten. De mate waarin dit brede gezichtspunt is geïntegreerd met de christelijke overtuigingen bepaalt hoe bijbels het christelijk humanisme precies is.
Er zijn verschillende soorten humanisme, en het is goed om de verschillen tussen deze soorten te kennen. Het klassieke humanisme, dat in verband wordt gebracht met de Renaissance, legde de nadruk op esthetiek, vrijheid en de studie van de “geesteswetenschappen” (literatuur, kunst, filosofie, en de klassieke talen Grieks en Latijn). Seculier humanisme benadrukt het menselijk potentieel en zelfontplooiing tot op het punt van het uitsluiten van elke behoefte aan God; het is een naturalistische filosofie gebaseerd op rede, wetenschap, en het doel-heiligt-de-middelen-denken. Het Christelijk humanisme onderwijst dat vrijheid, het individuele geweten en intellectuele vrijheid verenigbaar zijn met Christelijke principes en dat de Bijbel zelf menselijke voldoening bevordert, gebaseerd op Gods verlossing in Christus en onderworpen aan Gods soevereine controle over het universum.
Het Christelijk humanisme vertegenwoordigt de filosofische vereniging van het Christendom en klassieke humanistische principes. Terwijl de klassieke humanisten Griekse en Latijnse geschriften bestudeerden, wendden de christelijke humanisten zich tot het Hebreeuws en bijbels Grieks, samen met de geschriften van de vroege kerkvaders. Het christelijk humanisme streeft, net als het klassieke humanisme, naar rede, vrij onderzoek, de scheiding van kerk en staat, en het ideaal van vrijheid. Christen-humanisten zijn toegewijd aan scholastiek en de ontwikkeling en het gebruik van wetenschap en technologie. Het Christelijk humanisme zegt dat alle vooruitgang in kennis, wetenschap en individuele vrijheid gebruikt dient te worden om de mensheid te dienen tot eer van God. In tegenstelling tot hun seculiere tegenhangers benadrukken christen-humanisten de noodzaak om christelijke principes toe te passen op elk gebied van het leven, zowel openbaar als privé.
Het christen-humanisme stelt dat mensen waardigheid en waarde hebben vanwege het feit dat de mens is geschapen naar het beeld van God (Genesis 1:27). De mate waarin mensen autonome, rationele en morele agenten zijn, is zelf een weerspiegeling van het feit dat zij geschapen zijn met de imago dei. De menselijke waarde wordt op vele plaatsen in de Schrift verondersteld: in Jezus’ menswording (Johannes 1,14), Zijn medeleven met mensen (Mattheüs 9,36), Zijn gebod om “uw naaste lief te hebben als uzelf” (Marcus 12,31), en Zijn gelijkenis van de barmhartige Samaritaan (Lucas 10,30-37). Paulus’ toespelingen op wereldlijke geschriften (Handelingen 17:28; Titus 1:12) tonen de waarde aan van een klassieke opleiding bij het presenteren van de waarheid. De tweede-eeuwse geschriften van Justin Martyr tonen ook het nut aan van klassieke scholing bij het brengen van het evangelie aan een heidens publiek.
Christelijke humanisten begrijpen dat alle schatten van wijsheid en kennis in Christus verborgen zijn (Kolossenzen 2:3) en trachten te groeien tot de volle kennis van alle goede dingen ten dienste van Christus (Filippenzen 1:9; 4:6; vgl. Kolossenzen 1:9). In tegenstelling tot seculiere humanisten, die het begrip van geopenbaarde waarheid afwijzen, houden christelijke humanisten vast aan het Woord van God als de norm waaraan zij de kwaliteit van alle dingen toetsen. De Christenhumanist waardeert de menselijke cultuur, maar erkent de noetische (d.w.z. intellectuele) gevolgen van de gevallen natuur van de mens (1 Korintiërs 1:18-25) en de aanwezigheid van de zondige natuur in ieder mensenhart (Jeremia 17:9). Het christelijk humanisme zegt dat de mens zijn volledige potentieel alleen bereikt als hij in een juiste relatie met Christus komt. Bij zijn verlossing wordt hij een nieuwe schepping en kan hij groei ervaren op elk gebied van het leven (2 Korintiërs 5:17).
Christelijk humanisme zegt dat elke menselijke inspanning en prestatie Christus-gericht zou moeten zijn. Alles moet worden gedaan tot eer van God en niet uit trots of zelfpromotie (1 Korintiërs 10:31). Wij moeten ernaar streven om lichamelijk, geestelijk en spiritueel ons best te doen in alles wat God van ons verlangt. Christen-humanisten geloven dat dit ook het intellectuele leven, het artistieke leven, het huiselijke leven, het economische leven, de politiek, de rassenverhoudingen en het milieu omvat.
Het christen-humanisme gelooft dat de kerk actief betrokken moet zijn bij de cultuur en dat christenen een stem moeten zijn die de waarde en waardigheid van de mensheid bevestigt en tegelijkertijd alle ontmenselijkende invloeden in de wereld aan de kaak stelt, ertegen protesteert en zich ertegen verdedigt.
Christelijke geleerden zoals Augustinus, Anselmus, Aquino en Calvijn waren voorstanders van het christen-humanisme, hoewel zij het niet zo noemden. Tegenwoordig wordt de term christelijk humanisme gebruikt om de standpunten te beschrijven van schrijvers als Fjodor Dostojevski, G.K. Chesterton, C.S. Lewis, J.R.R. Tolkien en Alexander Solzjenitsyn.
Christelijk humanisme is bijbels voor zover het vasthoudt aan de bijbelse visie op de mens – een verantwoordelijk moreel subject, geschapen naar Gods beeld, maar gevallen door zonde. Christelijk humanisme wordt minder christelijk naarmate het meer in overeenstemming wordt gebracht met seculier humanisme, dat de mensheid tot goddelijke status promoveert.