Gebruiksvoorbeelden van “arche”.
De ark waarvan de deur als een halve cyrkel omsloeg, was merkwaardig en omringd, en als het ware omringd met veters als kralen van pekel, sommige rond, en sommige als Eglantine bessen van een roodachtige kleur, die naar beneden hingen op een oude manier, en gekneed en gedraaid tussen de tere stengels.
De hemicicicle of arche rising rownd from the vpper part of the streight cheeke of the entrance, according to the thicknes thereof was disposed into losenges or squares, where were carued Roses, their their leaues and branches hanging in a curious and delightfull order to behoulde, ouer the entry of the Gate.
Ook in Arles en Nîmes, en andere steden die ik zou kunnen noemen, staan nog de grote bogen en vestingwerken die vroeger door reuzen uit het zuiden werden gebouwd.
De gevels van het theater en van de hotels waren afgezet met dik aangezette kleine lampjes, die de bogen van de bruggen over de Tepl omrandden, en de ramen en portalen van de winkels verlichtten.
Daarvoor werden enkele vrij diep begraven bonen blootgelegd, en de twee benen van de bogen aan elkaar gebonden, zoals men had gedaan met het epicotyl van Tropaeolum en het hypocotyl van de Kool.
Stenen bogen ondersteunden het plafond, en de muren waren stevig gestut.
De anderen hadden tijdens hun afwezigheid lijnen aan de bogen geregen, en hun dekens en kleding hingen druipend en dampend langs de muren.
Voorbij de voordeur is een kleine foyer met tegelvloeren, nauwelijks vier el in het vierkant, met bogen die in drie richtingen leiden.
De tegelfoyer biedt drie bogen, en achter de middelste boog bevinden zich de meesten van degenen in de Zilveren Chalicetraders en volle handelaren in blauw, allemaal mannen.
Dan gaat hij staan en wacht naast de lompe boom nauwelijks tweemaal zijn hoogte, en maar een twintigtal el verwijderd van de bogen die de dubbele deuren van de Zilveren Beker afschermen.
De bogen van een statige brug overspannen de rivier bij zonsondergang, en staken een opeenvolging van kolossale figuren af tegen de karmijnrode hemel.
Voor en achter, in de verte, schoten de groene takken, nu op sommige plaatsen koperachtig rood verkleurend, hun brede bogen over het spoor.
Zo, afwisselend geslagen en verslagen, baanden zij zich hun dolorieuze weg door de prachtige bossen en onder de amberkleurige bogen van de verdwijnende beuken, waar de kalme kracht en de majesteit van de natuur konden dienen om de dwaze energieën en verkeerde strevingen van de mensheid te berispen.
Opgebroken hekken, afbrokkelende muren, wijngaarden bezaaid met stenen, de verbrijzelde bogen van bruggen – waar je ook keek, de tekenen van verwoesting en verkrachting kwamen in het oog.
Naast de inheemse rots passeerden ze verwoeste muren van vreemd plastic-metaal, ingestorte bogen van een of ander onbenoembaar keramisch materiaal, en een ander schip dat slechts oppervlakkig op het hunne leek.