Kendra’s Law is een wet in de staat New York betreffende onvrijwillige ambulante opname en geeft rechters de bevoegdheid om mensen die geestelijke gezondheidszorg ontvangen te dwingen psychiatrische medicijnen te slikken, regelmatig psychiatrische behandeling te ondergaan, of beide.
Kendra’s Law is een wet in de staat New York betreffende onvrijwillige ambulante opname en geeft rechters de bevoegdheid om mensen die geestelijke gezondheidszorg ontvangen, te verplichten psychiatrische drugs te slikken, regelmatig psychiatrische behandeling te ondergaan, of beide.
NAMI-NYS Leader’s Update
door Glenn Liebman, voormalig uitvoerend directeur
ROLE VAN FAMILIES EN ANDEREN DIE EEN BEROEP KUNNEN DOEN BIJ DE RECHTER
Het belang van de rol van gezinnen bij ambulante opname wordt door de hele wetgeving heen benadrukt. De belangrijkste rol voor de gezinnen in deze wetgeving is hun mogelijkheid om een verzoekschrift in te dienen voor door de rechter bevolen zorg voor hun dierbaren. Bij het hebben van de mogelijkheid om een verzoekschrift bij de rechtbank in te dienen, wordt voor familie de definitie “naaste familieleden” gebruikt. In het volgende deel wordt nader ingegaan op personen die in aanmerking komen voor ambulante behandeling.
Andere personen die een verzoekschrift kunnen indienen bij de rechtbank zijn personen van 18 jaar of ouder bij wie het onderwerp van het verzoekschrift verblijft; de directeur van het ziekenhuis waar het individu is opgenomen; de directeur van een openbare liefdadigheidsorganisatie, instelling of tehuis die geestelijke gezondheidszorg biedt aan het onderwerp van het verzoekschrift; een gekwalificeerde psychiater die ofwel toezicht houdt op de behandeling of het onderwerp behandelt voor geestelijke ziekten; of de directeur van gemeenschapsdiensten of zijn of haar aangewezen persoon; en de reclasseringsambtenaar of reclasseringsambtenaar die is toegewezen om toezicht te houden op het onderwerp van het verzoekschrift.
ELIGIBILITEIT VOOR CRITERIA VOOR UITGEBREIDE BEHANDELING
Om in aanmerking te komen voor een door de rechtbank bevolen behandeling, moet men aan de volgende criteria voldoen:
- 18 jaar of ouder.
- Lijdend aan een geestesziekte.
- Patiënt is waarschijnlijk niet in staat om toezicht te houden in de gemeenschap zonder toezicht, gebaseerd op een klinische vaststelling.
- De patiënt heeft een geschiedenis van gebrek aan naleving van de behandeling voor psychische aandoeningen die: a) Ten minste tweemaal in de afgelopen zesendertig maanden een belangrijke factor is geweest in de noodzaak tot ziekenhuisopname, b) In de afgelopen 48 maanden heeft geleid tot een of meer daden van ernstig gewelddadig gedrag tegen zichzelf of anderen of bedreigingen met, of pogingen tot, ernstig lichamelijk letsel aan zichzelf of anderen.
- Het is onwaarschijnlijk dat de patiënt, als gevolg van zijn/haar psychische aandoening, vrijwillig zal deelnemen aan het aanbevolen behandelplan. Het is waarschijnlijk dat de patiënt baat zal hebben bij een ambulante behandeling.
- Indien de patiënt een zorgmachtiging heeft afgelegd, zal de rechter bij het vaststellen van een schriftelijk behandelingsplan rekening houden met de in die machtiging opgenomen aanwijzingen, maar niets belet dat een persoon met een zorgmachtiging aan een verzoekschrift wordt onderworpen.
Het verzoekschriftproces
Volgende zijn de criteria voor het indienen van een verzoekschrift bij de rechtbanken:
- Stel feiten ter staving van de overtuiging van de verzoeker dat de persoon aan elk van de criteria voldoet (zoals beschreven in het laatste deel).
- Het verzoekschrift gaat vergezeld van een bevestiging of beëdigde verklaring van een arts die niet de indiener mag zijn, waarin wordt verklaard dat de arts de proefpersoon niet langer dan tien dagen voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift persoonlijk heeft onderzocht; dat hij of zij begeleide ambulante behandeling aanbeveelt voor de proefpersoon van het verzoekschrift en bereid is te getuigen op de hoorzitting; of dat hij of zij passende maar vergeefse pogingen heeft ondernomen om de proefpersoon te onderzoeken, reden heeft om te vermoeden dat de proefpersoon voldoet aan de criteria voor begeleide behandeling, en bereid is de proefpersoon te onderzoeken en te getuigen op de hoorzitting van het verzoekschrift.
RECHTEN VAN INDIVIDUELEN IN DE VERZOEKPROCEDURE
- De persoon die het verzoekschrift indient heeft het recht om zich in alle stadia van de procedure te laten vertegenwoordigen door de juridische dienst van de geestelijke gezondheidszorg, of door een andere raadsman op kosten van de persoon die het verzoekschrift indient.
- Een persoon die een valse verklaring aflegt of een valse getuigenis aflegt in een verzoekschrift of hoorzitting, kan strafrechtelijk worden vervolgd.
- De patiënt, de juridische dienst voor geestelijke gezondheidszorg, of een persoon die namens de patiënt optreedt, kan verzoeken om opschorting, intrekking of wijziging van het bevel. Hoger beroep kan worden ingesteld in overeenstemming met artikel 9.35 van dit artikel.
- Het onderwerp van het verzoekschrift wordt in de gelegenheid gesteld om bewijsmateriaal te presenteren, om getuigen namens het onderwerp op te roepen, en om tegengestelde getuigen te ondervragen.
RECHTERSYSTEEM GEBRUIKT VOOR HET INDIENEN VAN EEN VERZOEK
Een verzoekschrift voor een bevel tot machtiging voor ambulante behandeling met bijstand kan worden ingediend bij de hoogste rechterlijke instantie of de arrondissementsrechtbank waar het voorwerp van het verzoekschrift aanwezig is of redelijkerwijs geacht kan worden aanwezig te zijn.
HOORCRITERIA
- Na ontvangst door de rechtbank van het verzoekschrift, stelt de rechtbank een datum vast voor de hoorzitting op een tijdstip niet later dan drie dagen na de datum waarop het verzoekschrift door de rechtbank is ontvangen (weekenden en feestdagen niet meegerekend).
- Verdagingen zijn slechts toegestaan indien daarvoor een geldige reden wordt aangevoerd. Bij het toestaan van verdagingen houdt de rechter rekening met de noodzaak van verder onderzoek door een arts of de mogelijke noodzaak van een snelle ambulante behandeling met bijstand.
- Indien de persoon tegen wie een verzoekschrift is ingediend, niet op de hoorzitting verschijnt en pogingen om hem hiertoe te bewegen mislukken, kan de rechtbank de hoorzitting in afwezigheid van de betrokkene houden.
- Indien het voorwerp van het verzoekschrift heeft geweigerd door een arts te worden onderzocht, kan de rechter het voorwerp verzoeken in te stemmen met een onderzoek door een door de rechter aangewezen arts.
- Indien het onderwerp van het verzoekschrift niet toestemt en de rechtbank redelijke gronden vindt om aan te nemen dat de aantijgingen waar zijn, kan de rechtbank een wetshandhavingsambtenaar gelasten het onderwerp van het verzoekschrift in hechtenis te nemen en hem of haar naar een ziekenhuis te vervoeren voor onderzoek door een arts. De bewaring van het voorwerp van het verzoekschrift op bevel mag niet langer duren dan vierentwintig uur.
Rol van de arts bij door de rechtbank bevolen ambulante behandeling
- De rechtbank kan geen begeleide ambulante behandeling bevelen tenzij een arts die het voorwerp van het verzoekschrift persoonlijk heeft onderzocht binnen de periode die begint tien dagen voor de indiening van het verzoekschrift, persoonlijk getuigt op de hoorzitting.
- De arts vermeldt de feiten die de bewering ondersteunen dat de proefpersoon voldoet aan elk van de criteria voor ambulante behandeling met begeleiding en dat de behandeling het minst beperkende alternatief is. Indien de ambulante behandeling met begeleiding medicatie omvat, beschrijft de verklaring van de arts de klassen van medicatie die moeten worden toegestaan.
- De arts beschrijft de gunstige en ongunstige lichamelijke en geestelijke effecten van dergelijke medicatie en beveelt aan of dergelijke medicatie zelf moet worden toegediend of moet worden toegediend door bevoegd personeel.
- De rechtbank zal geen begeleide ambulante behandeling bevelen, tenzij een door de bevoegde directeur aangewezen arts een voorgesteld schriftelijk behandelingsplan ontwikkelt en aan de rechtbank verstrekt. Het schriftelijke behandelingsplan omvat casemanagementdiensten of assertieve gemeenschapsbehandelingsteams om zorgcoördinatie te bieden.
- De rechtbank geeft geen opdracht voor een begeleide ambulante behandeling tenzij een arts getuigt om het schriftelijk voorgestelde behandelingsplan toe te lichten.
VOORWAARDEN VAN DE RECHTBANK OM HET VERZOEK TE BEËINDIGEN
- Indien de rechtbank, na het relevante bewijsmateriaal te hebben gehoord, van oordeel is dat het onderwerp van het verzoekschrift voldoet aan de criteria voor ambulante behandeling met bijstand, en er geen haalbaar minder restrictief alternatief is, is de rechtbank bevoegd om het onderwerp te bevelen ambulante behandeling met bijstand te ondergaan voor een aanvankelijke periode van ten hoogste zes maanden.
- De rechter mag geen behandeling bevelen die niet is aanbevolen door de keuringsarts en opgenomen in het schriftelijke behandelingsplan voor ambulante behandeling met bijstand.
- Als de rechtbank van oordeel is dat het onderwerp van het verzoekschrift voldoet aan de criteria voor ambulante ondersteunde behandeling en de rechtbank geen schriftelijk behandelingsplan wordt verstrekt, zal de rechtbank de directeur van gemeenschapsdiensten opdragen de rechtbank een dergelijk plan te verstrekken.
- De rechtbank kan de patiënt opdragen om zelf psychotrope drugs toe te dienen of de toediening van dergelijke drugs door bevoegd personeel als onderdeel van een ambulant behandelingsprogramma met bijstand te aanvaarden.
- Als de directeur (niet duidelijk of dit de directeur van het ziekenhuis of de districtsdirecteur voor geestelijke gezondheidszorg is) vaststelt dat de toestand van deze patiënt verdere ambulante behandeling vereist, vraagt de directeur, vóór het verstrijken van de periode van ambulante behandeling die door de rechtbank is bevolen, een tweede of volgend bevel aan dat een voortzetting van de ambulante behandeling toestaat voor een periode van niet meer dan één jaar vanaf de datum van het bevel.
FILURE TO COMPLY WITH THE COURT ORDER
- In de klinische beoordeling van een arts, indien de patiënt heeft nagelaten of heeft geweigerd zich te houden aan de behandeling die door de rechtbank is bevolen (en naar het oordeel van de arts inspanningen zijn gedaan om naleving te bewerkstelligen), dan kan de patiënt worden doorverwezen naar een geschikt ziekenhuis voor een onderzoek om vast te stellen of deze persoon een geestelijke ziekte heeft waarvoor opname in een ziekenhuis noodzakelijk is.
- Als de patiënt verzuimt de door het rechterlijk bevel vereiste medicatie in te nemen of een bloedonderzoek, urineonderzoek of alcohol- of drugstests weigert die door het bevel worden vereist, dan kan de arts deze weigering in overweging nemen bij het bepalen of opname in een ziekenhuis noodzakelijk is.
- Op verzoek van de arts kan de districtsdirecteur voor geestelijke gezondheidszorg vredesofficieren, politieagenten of het departement van de sheriff opdracht geven om deze personen in hechtenis te nemen en te vervoeren naar het ziekenhuis dat het programma voor ambulante behandeling uitvoert of naar een ziekenhuis dat door de directeur van gemeenschapsdiensten is geautoriseerd om deze personen op te nemen.
- Een persoon kan tot tweeënzeventig uur worden vastgehouden om een arts in staat te stellen vast te stellen of deze persoon een geestelijke ziekte heeft en onvrijwillige zorg en behandeling in een ziekenhuis nodig heeft.
VERANTWOORDELIJKHEID VOOR TOEZICHT EN TOEZICHT OP GEHULPDE UITPATIËNTE BEHANDELING
De commissaris van het Bureau voor Geestelijke Volksgezondheid benoemt programmacoördinatoren van geassisteerde ambulante behandeling die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op en de bewaking van de programma’s voor ambulante behandeling.
De directeuren van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg in elke provincie werken samen met de programmacoördinatoren om de uitvoering van de programma’s voor geassisteerde ambulante behandeling te coördineren.
De verantwoordelijkheden van de programmacoördinator omvatten:
a) de verzekering dat iedere ambulante hulpverlener de behandeling krijgt die in het rechterlijk bevel is voorgeschreven,
b) dat bestaande diensten in de gemeenschap van de ambulante hulpverlener waar mogelijk worden benut,
c) dat voor iedere ambulante hulpverlener een casemanager of een assertief team voor gemeenschapsbehandeling wordt aangewezen,
d) dat er een mechanisme bestaat voor de casemanager of het ACT-team om het gebrek aan naleving van de behandeling door de ambulante hulpverlener te melden en,
e) dat de ambulante diensten tijdig worden verleend. Indien wordt vastgesteld dat de diensten niet tijdig worden verleend, verlangt de programmacoördinator van de directeur van het ambulante programma dat hij onmiddellijk corrigerende maatregelen neemt.