Hier zijn vijf coole feiten die zelfs veel saxofonisten niet weten over hun instrument.
1. Het heeft een unieke geschiedenis
De saxofoon is het enige instrument dat vandaag de dag op grote schaal wordt gebruikt en dat werd uitgevonden door één enkel individu – een ontwerper van muziekinstrumenten genaamd Adolphe Sax, vandaar de naam saxofoon.
Sax werd in 1814 in België geboren. Hij was een veelzijdig musicus die vele blaasinstrumenten kon bespelen en hij wilde er een creëren die niet alleen het solistische en lyrische karakter van een houtblazer zou belichamen, maar ook beter te horen zou zijn tussen de koperblazers. In 1846 werd zijn uitvinding, de saxofoon, in Parijs gepatenteerd.
Fun fact: Hoewel hij een creatief en enthousiast persoon was, was Sax niet het gelukkigste kind. Talrijke ongelukken tijdens zijn jeugd maakten bijna een einde aan zijn leven! Zo viel hij uit een raam op de derde verdieping, verbrandde hij zich bij een buskruitongeluk, slikte hij een speld in, verdronk hij bijna en werd hij drie keer vergiftigd.
2. Er waren ooit veertien verschillende saxofoons
Adolphe Sax dacht dat de saxofoon in verschillende ensembles zou passen, en dus maakte hij ze in verschillende maten; van de sopranino in het hoge bereik tot de contrabas in het lage bereik. (Hij vond ook de saxhoorn uit, een koperblaasinstrument met kleppen vergelijkbaar met de huidige flugelhorn en althoorn.)
Hoewel, van de veertien verschillende types die Adolphe uitvond, zijn er slechts vier types die vandaag de dag nog algemeen gebruikt worden. In volgorde van toonhoogte zijn dat, van hoog naar laag, de Bb sopraan, Eb alt, Bb tenor en Eb bariton. Elk van deze saxofoons heeft een bereik van tweeënhalf octaaf.
3. Het is het enige koperen blaasinstrument
Van meet af aan is de saxofoon altijd van messing gemaakt. Maar omdat hij geluid voortbrengt met een enkel riet, wordt hij geclassificeerd als een houtblazer. De enige andere metalen houtblazer is de dwarsfluit, die aanvankelijk geheel van hout was – iets wat ook nu nog wel eens voorkomt.
4. It’s All About Bringing Balance
Omdat de saxofoon werd ontworpen om de kloof tussen koperblazers en houtblazers te overbruggen, speelt hij een belangrijke rol bij het creëren van tonaal evenwicht. Niet alleen dient hij om de uiteenlopende tonen van deze twee groepen te mengen, maar hij kan ook helpen om zowel de hoge als de lage houtblazers te ondersteunen. Door deze veelzijdigheid speelt het een belangrijke rol als middenstem in een groot ensemble.
5. Het heeft een dynamische persoonlijkheid
Het dynamisch bereik van de saxofoon is het breedste van alle houtblazers. Omdat hij een kegelvormige boring heeft en geen cilindrische (met andere woorden, zijn buis wordt geleidelijk smaller naar één uiteinde toe, in tegenstelling tot een klarinet, waar de diameter van de buis relatief constant blijft), kan de saxofoon een geluid voortbrengen dat verrassend veel gelijkenis vertoont met de menselijke stem. Dit geeft hem een breed scala aan emotionele expressiemogelijkheden en maakt hem ideaal als solo-instrument, zodat het geen verrassing mag heten dat de saxofoon een prominente plaats inneemt in de geschiedenis van de jazzmuziek. Minder bekend is dat de saxofoon ook vaak een belangrijke rol speelt in de klassieke muziek (met name in het werk van Franse componisten), en wordt gebruikt in een breed scala van instrumentale groepen, waaronder kamergroepen, orkest, en blaasensembles.
Bonusvraag: What’s the Difference Between Jazz and Classical Saxophones?
Hoewel de principes van het instrument hetzelfde zijn, kunnen de kwaliteiten van een saxofoon anders zijn in jazz vergeleken met klassieke muziek. In de jazz staat de ideale saxofoon de spelers een enorme vrijheid van expressie toe, en dus verkiezen ze een instrument met een grotere boring (d.w.z. één met een meer dramatische conus). De rasperige toon en de snijdende kracht van een jazzsaxofoon dragen bij tot de textuur van de muziek en helpen het instrument opvallen tijdens het soleren.
In tegenstelling daarmee moeten klassieke saxofonisten optreden met veel andere instrumenten in het orkest, en dus geven ze de voorkeur aan een instrument met een zuivere, verfijnde toon en een scherpe articulatie. Over het algemeen geven klassieke spelers de voorkeur aan een meer geleidelijke taps toelopende klank, omdat dat een preciezere controle geeft over toonhoogte en dynamiek.
Over de verschillen tussen een “Jazz” en een “Klassieke” saxofoon zijn de meningen echter verdeeld. Er zijn talloze voorbeelden van jazzsaxofonisten die een “klassiek” instrument gebruiken en vice versa. De enige manier om te weten wat voor jou het beste werkt, is beide uit te proberen.
De mondstukken zijn nog meer verschillend. Een mondstuk van een jazzsaxofoon is relatief breed, met dunne wanden en een grote kamer die de speler tonale flexibiliteit geeft. Een mondstuk voor een klassieke saxofoon daarentegen is ontworpen met een smallere ruimte om meer controle te bieden. Eén mondstuk kan echter geschikt zijn voor meerdere genres. Sommige jazzsopraansaxofonisten verkiezen bijvoorbeeld een klassiek mondstuk omwille van de zuivere toon. Het veranderen van mondstuk zal een drastisch effect hebben op hoe het instrument speelt. Alles, van de toon, geluidskwaliteit, toonhoogte en articulatie, zal anders zijn. De kurk aan het uiteinde van de saxofoonhals maakt het mogelijk verschillende mondstukken te bevestigen, zodat spelers ze kunnen verwisselen afhankelijk van het geluid dat ze willen bereiken.