In zijn 84 jaar verwierf Thomas Edison een recordaantal van 1.093 patenten (alleen of gezamenlijk) en was de drijvende kracht achter vernieuwingen als de fonograaf, de gloeilamp en een van de vroegste filmcamera’s. Hij richtte ook ’s werelds eerste industriële onderzoekslaboratorium op. Edison stond bekend als de “Tovenaar van Menlo Park”, naar het stadje in New Jersey waar hij een deel van zijn bekendste werk verrichtte. Tegen de tijd dat hij in de dertig was, was hij een van de beroemdste mannen ter wereld geworden. Naast zijn talent voor uitvindingen was Edison ook een succesvol fabrikant en zakenman, die zeer bedreven was in het aan de man brengen van zijn uitvindingen – en zichzelf – bij het publiek.
Thomas Edison’s vroege leven
Thomas Alva Edison werd geboren op 11 februari 1847 in Milan, Ohio. Hij was het zevende en laatste kind van Samuel Edison Jr. en Nancy Elliott Edison, en zou één van de vier zijn die de volwassenheid zou overleven. Thomas Edison kreeg weinig formele scholing, en verliet school in 1859 om te gaan werken aan de spoorlijn tussen Detroit en Port Huron, Michigan, waar zijn familie toen woonde.
Tijdens de Burgeroorlog leerde Edison de opkomende technologie van de telegrafie kennen, en reisde door het land als telegrafist. Hij had ernstige gehoorproblemen ontwikkeld, die werden toegeschreven aan roodvonk, mastoïditis of een klap op het hoofd. Met de ontwikkeling van geluidssignalen voor de telegraaf bevond Edison zich in een nadelige positie, en hij begon apparaten uit te vinden die hem ondanks zijn doofheid toch dingen mogelijk zouden maken (waaronder een printer die de elektrische signalen in letters zou omzetten). Begin 1869 stopte hij met telegrafie om zich volledig op het uitvinden te richten.
Edison’s opkomst als vooraanstaand uitvinder
Van 1870 tot 1875 werkte Edison vanuit Newark, New Jersey, waar hij telegraafgerelateerde producten ontwikkelde voor zowel Western Union Telegraph Company (toen de marktleider) als diens rivalen. Edisons moeder stierf in 1871 en nog datzelfde jaar trouwde hij met de 16-jarige Mary Stillwell. Ondanks zijn telegraafwerk kreeg Edison eind 1875 financiële problemen, maar met hulp van zijn vader kon hij een laboratorium en een machinewerkplaats bouwen in Menlo Park, New Jersey, 12 mijl ten zuiden van Newark.
In 1877 ontwikkelde Edison de koolstofzender, een apparaat dat de hoorbaarheid van de telefoon verbeterde door het mogelijk te maken stemmen met een hoger volume en met meer helderheid over te brengen. Datzelfde jaar leidde zijn werk met de telegraaf en de telefoon tot de uitvinding van de fonograaf, die geluid registreerde als inkepingen op een vel met paraffine bedekt papier; wanneer het papier onder een stylus werd bewogen, werden de geluiden gereproduceerd. Het apparaat maakte onmiddellijk indruk, hoewel het jaren duurde voordat het kon worden geproduceerd en verkocht, en de pers noemde Edison “de tovenaar van Menlo Park.”
Edisons innovaties met elektrisch licht
In 1878 richtte Edison zich op de uitvinding van een veilig, goedkoop elektrisch licht ter vervanging van het gaslicht – een uitdaging waar wetenschappers al 50 jaar mee worstelden. Met de hulp van prominente geldschieters zoals J.P. Morgan en de familie Vanderbilt richtte Edison de Edison Electric Light Company op en begon hij met onderzoek en ontwikkeling. In oktober 1879 brak hij door met een gloeilamp die gebruik maakte van een platina gloeidraad. In de zomer van 1880 ontdekte hij verkoolde bamboe als een levensvatbaar alternatief voor de gloeidraad, wat de sleutel bleek te zijn tot een duurzame en betaalbare gloeilamp. In 1881 richtte hij in Newark een elektrisch lichtbedrijf op en het jaar daarop verhuisde hij met zijn gezin (met inmiddels drie kinderen) naar New York.
Hoewel Edisons vroege gloeilampensystemen hun problemen hadden, werden ze gebruikt bij veelgeprezen evenementen als de Parijse Verlichtingstentoonstelling in 1881 en het Crystal Palace in Londen in 1882. Al snel kwamen er concurrenten op de markt, met name George Westinghouse, een voorstander van wisselstroom (in tegenstelling tot Edisons gelijkstroom). Tegen 1889 zou wisselstroom het veld gaan domineren, en de Edison General Electric Co. fuseerde met een ander bedrijf in 1892 tot General Electric Co.
Edison’s latere jaren en uitvindingen
Edison’s vrouw, Mary, stierf in augustus 1884, en in februari 1886 hertrouwde hij met Mirna Miller; zij zouden samen drie kinderen krijgen. Hij bouwde een groot landgoed en onderzoekslaboratorium in West Orange, New Jersey, met faciliteiten als een machinewerkplaats, een bibliotheek en gebouwen voor metallurgie, scheikunde en houtbewerking. Aangespoord door het werk van anderen om de fonograaf te verbeteren, begon hij te werken aan de productie van een commercieel model. Hij had ook het idee om de fonograaf te koppelen aan een zoötroop, een apparaat dat een reeks foto’s zo aan elkaar reeg dat het leek alsof de beelden bewogen. In samenwerking met William K.L. Dickson slaagde Edison erin een werkende filmcamera te bouwen, de Kinetograph, en een kijkinstrument, de Kinetoscope, waarop hij in 1891 patent aanvroeg.
Na jaren van verhitte juridische gevechten met zijn concurrenten in de prille filmindustrie, was Edison in 1918 gestopt met het werken met bewegende film. In de tussentijd had hij succes gehad met de ontwikkeling van een alkalische opslagbatterij, waaraan hij oorspronkelijk werkte als energiebron voor de fonograaf, maar die hij later leverde voor onderzeeërs en elektrische voertuigen. In 1912 vroeg autofabrikant Henry Ford aan Edison om een batterij te ontwerpen voor de zelfstarter, die zou worden geïntroduceerd op het iconische Model T. De samenwerking begon een voortdurende relatie tussen de twee grote Amerikaanse ondernemers. Ondanks het relatief beperkte succes van zijn latere uitvindingen (waaronder zijn lange strijd om een magnetische ertsscheider te perfectioneren), bleef Edison tot in zijn tachtiger jaren doorwerken. Zijn opgang van arme, ongeschoolde spoorwegarbeider tot een van de beroemdste mannen ter wereld maakte van hem een volksheld. Meer dan enig ander individu, werd hij gecrediteerd voor het bouwen van het raamwerk voor de moderne technologie en samenleving in het tijdperk van de elektriciteit.