Empty nose syndrome (ENS) is een klinische entiteit zonder consensuele definitie; het is een zeldzame complicatie van neus- of sinuschirurgie, en van inferieure turbinectomie in het bijzonder. De fysiopathologie blijft onduidelijk, maar waarschijnlijk gaat het om een stoornis veroorzaakt door een overmatige permeabiliteit van de neus die neurosensitieve receptoren en inhalatieluchtbevochtigings- en conditioneringsfuncties beïnvloedt. Neuropsychologische betrokkenheid wordt vermoed. De symptomatologie is variabel en veranderlijk, het meest voorkomende teken is paradoxale neusobstructie. De diagnose is gebaseerd op: (1) een reeks symptomen die nauwkeurig moeten worden geordend; (2) een brede permeabiliteit van de neus na de operatie. De behandeling is problematisch en omvat alle eenvoudige technieken voor de hygiëne en bevochtiging van de neusholte; chirurgie is voorbehouden voor de meest ernstige gevallen; welke techniek ook wordt gebruikt, de chirurgie is gericht op het gedeeltelijk vullen van de neusholte. Preventie is de belangrijkste strategie en heeft tot doel (1) vóór elke chirurgische ingreep na te gaan of er werkelijk sprake is van neusdyspermeabiliteit die resistent is tegen medische behandeling en (2) de voorkeur te geven aan de meest conservatieve chirurgische technieken.