Een röntgenfoto (of gewone röntgenfoto, hoewel het woord “gewone” strikt genomen overbodig is) is de voorkeursterm van de radioloog voor het statische beeld dat wordt gegenereerd na de passage van röntgenstralen door de patiënt. Niet-beeldvormende clinici en leken gebruiken doorgaans de term “röntgen” om te verwijzen naar een röntgenfoto, alsook naar de straling zelf; zo wordt een röntgenfoto van de borstkas vaak een röntgenfoto van de borstkas genoemd.
Radiografie wordt niet gebruikt om dynamische beelden te beschrijven, die doorgaans fluoroscopische beelden worden genoemd. Als spot views of screen grabs worden genomen als onderdeel van een fluoroscopische procedure, wordt het resulterende beeld eerder fluoroscopisch dan radiografisch genoemd.
Snel na de ontdekking van röntgenstralen werden veel termen voorgesteld en gebruikt voor de röntgenfoto, waarvan sommige later weer werden geschrapt. Deze omvatten:
- cathodagraph
- film (b.v. “borstfilm”)
- gewone film
- gewone röntgenfoto
- radiogram
- roentgenogram/roentgenograaf
- skiagram/skiagraph
- x-ray
- x-ray film
- x-ray image
- x-ray photograph
Radiograph wordt ook gebruikt als een overgankelijk werkwoord, i.d. een röntgenfoto maken van iemand of iets (zoals x-ray).
Geschiedenis en etymologie
Radiograaf werd voor het eerst als woord in druk opgenomen in 1896 4.
Radiograaf stamt af van Klassieke wortels: “radio-“, gebruikt als voorvoegsel, komt van het Latijnse woord “radius”, dat een straal betekent, en “-grafie” dat schrijven of iets vastleggen betekent, van het Oudgriekse, graphein (γραφειν) dat schrijven betekent 1-3.