Inleiding
Pseudartrose is een niet genezen botbreuk, ook bekend als nonunion. Gewoonlijk genezen beschadigde of gebroken botten na verloop van tijd door de vorming van nieuw botweefsel dat de beschadigde stukken van het bot verbindt. Als het beschadigde bot echter niet geneest, wordt het ‘nonunion’ of ‘pseudarthrose’ genoemd. Pseudartrose verwijst naar de vorming van een vals bot als gevolg van onjuiste genezing.
Pseudartrose of nonunion als gevolg van mislukte of eerdere cervicale chirurgie
De slechte genezing van bot in de halsregio is meestal te wijten aan het mislukken van een cervicale operatie (bv. cervicale fusie) die leidt tot de vorming van een nonunion. Gewoonlijk genezen beschadigde cervicale botten na de operatie door de vorming van nieuw botweefsel tussen de cervicale botten. Als het cervicale bot echter niet geneest, leidt dit tot de vorming van een nonunion of pseudoartrose. De reden hiervoor is wellicht het niet goed genezen botweefsel, onvoldoende bot dat in het fusiegebied is geplaatst, overmatige beweging over het fusiegebied die de genezing beperkt, infectie, en suboptimale uitlijning of fusietechniek.
Cervicale botfusiechirurgie omvat voornamelijk immobilisatie van de cervicale botten na de juiste uitlijning, waardoor het natuurlijke genezingsproces in gang wordt gezet en het bot stabiliteit krijgt. Immobilisatie omvat het plaatsen van gips, braces, metalen platen of schroeven, intra-medullaire nagels en externe fixatoren om de halsbeenderen op hun plaats te houden tot ze genezen zijn.
Oorzaken
Nonunie is een ernstige complicatie van cervicale fusiechirurgie. Het treedt op wanneer de cervicale botten zodanig loslaten dat de stabiliteit en de doorbloeding van het bot worden belemmerd.
Risicofactoren van nonunion zijn onder meer:
- Roken of tabaksgebruik
- Oudere leeftijd
- Erge bloedarmoede
- Diabetes
- Infectie
- Medicijnen zoals Non-Steroidal Anti-Inflammatory Drugs (NSAID’s)
- Slechte voeding (Weinig eiwitten, Calcium, Vitamine C, en Vitamine D)
Het beheersen van risicofactoren kan de kans op het ontwikkelen van een nonunion voorkomen.
Symptomen
Nonunion kan pijn in de nek of op de operatieplaats veroorzaken, die maanden of jaren aanhoudt. Het kan een voortdurende pijn zijn of gepaard gaan met bewegingen van de nek.
Diagnose
Uw arts stelt de diagnose nonunion op basis van de bevindingen zoals pijn op de operatieplaats, aanhoudend gat zonder bot over de operatieplaats, of onvoldoende of geen vooruitgang in de genezing van het bot. De arts bevestigt de diagnose nonunion na controle van het beschadigde halsbeen en de voortgang van de genezing ervan met behulp van beeldvormende onderzoeken zoals röntgenfoto’s, CT (computertomografie) en MRI (magnetische resonantie beeldvorming) scan. In zeldzame gevallen kan bloedonderzoek helpen bij het bepalen van de oorzaak van nonunionvorming, zoals bij infectie en andere aandoeningen die de botgenezing vertragen, zoals diabetes en bloedarmoede.
Behandeling
Behandeling van nonunion omvat zowel niet-chirurgische als chirurgische benaderingen, waarvan de arts op basis van uw toestand de geschikte bepaalt.
Nonchirurgische behandeling
De meest gebruikelijke niet-chirurgische behandeling omvat het gebruik van een botstimulator, een klein apparaat dat ultrasone of gepulseerde elektromagnetische golven afgeeft, om het genezingsproces te stimuleren. Voor het beste resultaat moet de botstimulator dagelijks gedurende ten minste 20 minuten tot een uur worden gebruikt.
chirurgische behandeling
chirurgische benadering wordt alleen aanbevolen als niet-chirurgische benaderingen geen verbetering te zien geven. De beschikbare chirurgische optie omvat bottransplantaat of bottransplantaatsubstituut.
Bottransplantaat of bottransplantaatsubstituut: Bottransplantaat of substituut daarvan helpt bij het escaleren van het genezingsproces. Een bottransplantaat levert verse botcellen en de natuurlijk voorkomende chemische stoffen die een belangrijke rol spelen in het proces van botgenezing. Bij een allograft (kadaverbot) hoeft er geen bot van de patiënt te worden afgenomen en wordt pijn voorkomen, maar bestaat er wel een risico op infectie. In tegenstelling tot bottransplantaten levert bottransplantaatsubstituut geen verse botcellen voor een normale genezing; het bevat echter wel chemische stoffen die het lichaam nodig heeft om bot aan te maken.
Bottransplantaat of bottransplantaatsubstituut alleen zorgt niet voor stabiliteit op de operatieplaats. Andere chirurgische ingrepen, zoals interne fixatie en externe fixatie, kunnen nodig zijn om de operatieplaats stabiliteit te geven.