Beschrijving
Het plantair calcaneonaviculair ligament (inferieur of intern calcaneonaviculair ligament; calcaneonaviculair ligament; Spring ligament) is een brede en dikke band van vezels, die de voorste rand van het sustentaculum tali van de calcaneus verbindt met het plantaire oppervlak van het naviculare.
Dit ligament dient niet alleen om de calcaneus en het naviculare te verbinden, maar ondersteunt ook de kop van de talus en vormt een deel van de gewrichtsholte waarin deze wordt ontvangen.
Het dorsale oppervlak van het ligament vertoont een fibrocartilagineus facet, bekleed door het synoviale membraan, en hierop rust een deel van de kop van de talus.
Het plantaire oppervlak wordt ondersteund door de pees van de Tibialis posterior;
zijn mediale grens is verbonden met het voorste deel van het deltoideus ligament van het enkelgewricht.
Het plantaire calcaneonaviculaire ligament, door de kop van de talus te ondersteunen, is voornamelijk betrokken bij het handhaven van de voetboog. Als het loslaat, wordt de kop van de talus naar beneden, mediaal en naar voren gedrukt door het gewicht van het lichaam, en de voet wordt afgevlakt, uitgezet en zijwaarts gedraaid, en vertoont de toestand die bekend staat als platvoetigheid. Dit ligament bevat een aanzienlijke hoeveelheid elastische vezels, die het voetgewelf elasticiteit en de voet veerkracht geven; vandaar dat het soms het “veer “ligament wordt genoemd. Het wordt aan de plantaire zijde ondersteund door de pees van de Tibialis posterior, die zich bij de aanhechting uitspreidt in een aantal fasciculi, die worden vastgehecht aan de meeste botten van de tarsus en de middenvoet. Dit voorkomt overmatige rek van het ligament, en is een bescherming tegen het ontstaan van platvoeten; vandaar dat spierzwakte in de meeste gevallen de primaire oorzaak van de misvorming is.
In deze definitie is tekst verwerkt uit een public domain editie van Gray’s Anatomy (20e Amerikaanse editie van Gray’s Anatomy of the Human Body, gepubliceerd in 1918 – uit http://www.bartleby.com/107/).
Eponym
“Spring”