Oral erythroplakia (OE) wordt beschouwd als een zeldzame potentieel maligne laesie van de orale mucosa. Er zijn maar weinig rapporten volledig gewijd aan OE, en er zijn slechts twee reviews gepubliceerd die geen van alle van recente datum zijn. Alleen de echte, fluweelachtige, rode homogene OE is duidelijk gedefinieerd, terwijl de terminologie voor gemengde rode en witte laesies complex, slecht gedefinieerd en verwarrend is. Een recente case control studie van OE uit India meldde een prevalentie van 0,2%. In verschillende geografische gebieden is een prevalentie tussen 0,02% en 0,83% vastgesteld. OE wordt voornamelijk gezien bij mensen van middelbare leeftijd en ouderen. Eén studie uit India toonde een vrouw:man verhouding van 1:1,04. Het zachte gehemelte, de mondbodem en het mondslijmvlies zijn vaak aangetast. Een specifiek type van OE komt voor bij chutta rokers in India. De laesies van OE zijn gewoonlijk minder dan 1,5 cm in diameter. De etiologie van OE vertoont een sterke associatie met tabaksgebruik en het gebruik van alcohol. Histopathologisch werd vastgesteld dat bij OE van het homogene type, 51% invasief carcinoma vertoonde, 40% carcinoma in situ en 9% milde of matige dysplasie. Recentelijk zijn genomische afwijkingen met DNA-aneuploïdie aangetoond. p53-mutaties met verschillende graden van dysplasie kunnen een rol spelen in sommige gevallen van OE. Het transformatiepercentage wordt beschouwd als het hoogste van alle precancereuze orale laesies en aandoeningen. Chirurgische excisie is de behandeling van keuze. Gegevens over laserexcisie zijn niet beschikbaar. De recidiefpercentages lijken hoog te zijn; betrouwbare gegevens ontbreken echter. Meer studies over OE zijn dringend nodig om een aantal tot dusver onbeantwoorde vragen te evalueren. De natuurlijke geschiedenis van OE is onbekend. Ontstaan OE de novo of ontwikkelen zij zich van orale leukoplakie via verschillende tussenstadia van witte/rode laesies? De mogelijke rol van schimmelinfectie (Candida micro-organismen) is niet duidelijk, evenmin als de mogelijke rol van HPV co-infectie bij de ontwikkeling van OE. Meer gegevens over incidentie en prevalentie, biologisch gedrag en adequate behandeling zijn dringend nodig.