Het begrijpen van de menselijke geest is de kern van de psychoanalytische theorie. Sinds de introductie van de theorie van Sigmund Freud in het begin van de 20e eeuw en ondanks de vele vooruitgang in de studie van de psychoanalytische theorie blijven de basisgedachten van Freud een sterke greep houden op de vorming van opvattingen over de theorie van de menselijke geest.
In het centrum van Freuds theorie staan psychopathologieën die resulteren in een geestesziekte binnen een subject. Het is Freud’s vooronderstelling dat binnen de menselijke geest drie niveaus van bewustzijn of bewustzijn bestaan. Het is de introductie van deze psychopathologieën die mensen beïnvloeden, waardoor er meer nodig is dan er alleen maar over praten. De effectieve behandeling van deze diepgewortelde psychopathologieën is de psychoanalyse.
In de illustratie hieronder is Freud’s verdeling van deze drie niveaus en het geschatte gebruik van elk niveau. Het zijn het bewuste, onderbewuste en onbewuste. Samen creëren zij onze werkelijkheid.
Hoewel de acceptatie van Freuds psychoanalytische theorie in de loop der tijd heeft geschommeld, zijn er maar weinig professionals die zouden voorstellen deze te verwerpen. Er zit een model of concept in dat de vele beproevingen van de tijd heeft doorstaan.
Etymologie
De oorsprong van de betekenis van de geest biedt een lange en rijke geschiedenis. In tegenstelling tot vele andere woorden en uitdrukkingen is er geen duidelijke evolutie gegeven voor het gebruik ervan. De betekenis was meer afhankelijk van de context van het gebruik dan van een eenduidige betekenis.
In de ogen van een filosoof kan de geest iemands persoonlijkheid, identiteit, en zijn herinneringen betekenen. Voor de religieus herbergt het verstand de geest, een besef van God, of voor de wetenschapper is het verstand de generator van ideeën en gedachten. De geest heeft vele verschillende etiketten met zich meegebracht. In de beginjaren waren verwijzingen naar het verstand werkelijk metaforisch.
Pas in de 14e en 15e eeuw ontwikkelde zich geleidelijk de veralgemening van het begrip verstand tot alle mentale vermogens, denken, wil, voelen en geheugen.
In de late 19e en vroege 20e eeuw trad de psychologie op de voorgrond als een gerespecteerde wetenschap. Niet in de laatste plaats door het werk van Freud en anderen werd de populaire aandacht voor de menselijke geest, zijn rol in de gedragswetenschappen, en het geest/lichaam-vraagstuk gestold. Vandaag de dag wordt het concept van de geest en zijn functies bijna altijd besproken vanuit een wetenschappelijk standpunt.