Alleen al het woord “roos” roept beelden op van romantiek, geheime aanbidders en bruidsboeketten.
Romantici stellen zich zachte, rode bloemblaadjes en lange, sierlijke stengels voor, maar praktische tuiniers weten alles van pijnlijke, puntige doornen. Zoals het gezegde luidt: elke roos heeft zijn doorn, maar wat wij doorns noemen, zijn eigenlijk helemaal geen doorns.
Doorns, zoals die van de meidoornboom, zijn gemodificeerde takken die uit de stam en takken van een houtige plant steken. Ze zijn zeer scherp, en vrij sterk omdat ze van hetzelfde materiaal zijn gemaakt als de stam van de boom of struik. Doornen zitten diep verankerd in de houtige structuur van de plant, en kunnen niet gemakkelijk worden afgebroken. Die vervelende punten op de stengel van de roos zijn in feite geen echte doornen, maar zijn wat wetenschappers stekels noemen.
Prikels zijn kleine, scherpe uitgroeisels van de buitenste lagen van de plant, of de huidachtige opperhuid, en de sub-epidermale laag net daaronder. In tegenstelling tot een doorn kan een stekel gemakkelijk van de plant worden afgebroken, omdat het echt een kenmerk van de buitenste lagen is en geen deel van het hout, zoals een doorn.
Zowel stekels als doornen beschermen de plant tegen roofdieren en, misschien, tegen minnaars die op zoek zijn naar een gratis boeket. Misschien noemen we de stekels van de roos “doorns”, omdat het gezegde “elke roos heeft zijn stekel” geen recht lijkt te doen aan de pijn van onbeantwoorde liefde.