De grondlegger van de gereformeerde beweging
Hij werd geboren in het kanton Saint-Gall in Zwitserland en genoot een degelijke universitaire opleiding. Hij sloot zich aan bij het humanisme en bestudeerde het Nieuwe Testament in het Grieks in de uitgave van Erasmus. Hij las ook het Oude Testament in het Hebreeuws.
Hij was achtereenvolgens kapelaan in een bedevaartsoord op het platteland, en daarna kapelaan in het Zwitserse leger tijdens de oorlogen met Italië.
In 1519 werd hij kapelaan in Zürich en begon de stad te hervormen – de plaatselijke autoriteiten namen geleidelijk zijn opvattingen over en kozen de zijde van hem tegen de bisschop van Konstanz. Zijn reformatie verspreidde zich naar Basel en Bern, en naar Franstalig Zwitserland, dankzij de hervormer Guillaume Farel.
In 1531 stierf Zwingli in de slag bij Kappel, als kapelaan van de troepen van Zürich. In het conflict stonden zes gereformeerde kantons tegenover vijf andere die katholiek wilden blijven.
Inzicht in de Bijbel
Toen hij het Nieuwe Testament bestudeerde, ontdekte Zwingli dat de leer en de praktijk van de Kerk vaak verschilden van, of zelfs in tegenspraak waren met wat er in de Bijbel stond. Luthers geschriften versterkten deze overtuiging, hoewel Luthers centrale zorg de verlossing was, terwijl die van Zwingli uitging naar het volledig begrijpen en eerlijk toepassen van de bijbelse leer. In Zürich ontwikkelde hij bijbelstudie waarbij hij de oorspronkelijke tekst vergeleek met verschillende vertalingen. In 1523 schreef hij Zevenenzestig Stellingen, en kreeg van de stad toestemming om alleen uit de Schrift te preken.
De Reformatie in Zürich
Zwingli reorganiseerde de Kerk en de opleiding van predikanten – de naam die gegeven werd aan predikanten van de gereformeerde eredienst – naar een preek van Zwingli over “de herder” in 1523 (predikant betekent herder).
Zwingli wilde niet dat de Kerk los stond van de maatschappij – hij geloofde dat de kerkelijke gemeenschap en de burgermaatschappij niet identiek waren, maar elkaar overlapten. Dat bracht hem ertoe te strijden tegen sociaal-politieke misstanden, in naam van het Evangelie. Sommige van zijn vroege aanhangers waren voorstander van een duidelijke scheiding tussen de stad en de Kerk. Zij braken met Zwingly en stichtten de anabaptistische beweging, die weigerde kinderen te dopen. Zij werden ervan verdacht gevaarlijke anarchisten te zijn en werden in heel Europa op gruwelijke wijze vervolgd, met name in Zürich waar velen in het meer werden verdronken.
Luther en Zwingli
Luther en Zwingli kwamen in 1529 in Marburg bijeen. De bijeenkomst was georganiseerd door prins Philips van Hessen die de verschillende gereformeerde stromingen wilde verenigen. Luther schreef een tekst die vijftien artikelen omvatte. Over het vijftiende, dat handelt over Het Laatste Avondmaal, waren de twee hervormers het eens over verschillende zaken, zoals de eucharistie in twee soorten, het idee van sacrament, in tegenstelling tot het idee van verdienstelijk werk; maar ze waren het oneens over de werkelijke aanwezigheid van Christus in het brood en de wijn. De zware confrontatie verhinderde elke overeenstemming.
Luther’s mening was dat het brood en de wijn Christus’ tegenwoordigheid voorstellen en vasthouden. Zwingli’s opvatting was dat Christus geestelijk aanwezig was (door de Geest) in de levens, harten en geesten van de gelovigen. De Eucharistie was een manifestatie van zijn aanwezigheid, die zij publiekelijk verkondigden. Voor Luther waren het brood en de wijn instrumenten van Christus’ tegenwoordigheid, terwijl ze voor Zwingli tekens waren.
Van Zwingli tot Calvijn
Blijkbaar heeft Calvijn Zwingli niet ontmoet of gelezen. Hij werd niettemin door hem beïnvloed via Farel en Bullinger (Zwingli’s opvolger in Zürich) met wie hij de Consensus Tigurinus (“Overeenkomst van Zürich”) ondertekende die de gereformeerde bewegingen verenigde.
Vele stellingen van Zwingli zijn terug te vinden in de ideeën van Calvijn, zoals de absolute soevereiniteit van God, het belang van de Bijbel en van de werking van de Geest in hart en geest, de predestinatie, de verwerping van de stoffelijke aanwezigheid van Christus in het brood en de wijn van de Eucharistie.