Mobiele, abstracte sculptuur die bewegende delen heeft, aangedreven door motoren of door de natuurlijke kracht van de wind. Het woord mobile werd aanvankelijk door Marcel Duchamp geopperd voor een tentoonstelling in Parijs in 1932 van dergelijke werken van de Amerikaanse kunstenaar Alexander Calder. Een van Calders eerste mobiles bestond uit gekleurde bollen die met een motor op en neer bewogen langs gebogen draden met verschillende snelheden. Later ontwikkelde hij windmobielen van platte metalen vormen die door draden aan beweegbare stangen werden opgehangen, waardoor ze konden draaien. De ronddraaiende delen creëerden een nieuwe visuele ervaring van voortdurend veranderende volumes en vormen; Calder, zoals hij het uitdrukte, “liet één of twee objecten tegelijk een werkelijke relatie in de ruimte vinden”. Hoewel de in Rusland geboren kunstenaar Naum Gabo al in 1920 had geëxperimenteerd met kinetische sculptuur met één bewegend element, waren Calders mobiles uit de jaren 1930 de eerste volledige exploitatie van het idee. Vergelijk stabile.
>