Tijden voor het werkwoord -. Maken

Klik op de tijdbalk om te zien hoe dit onregelmatige werkwoord verandert met elke tijd

Het verleden

Past Continuous – “Ik was de koffie aan het zetten om 6.30 vanochtend.”

Past Simple – “Ik heb gisteren de thee gezet, vandaag is het jouw beurt.”

Past Perfect Simple – “Tegen de tijd dat ik vanavond thuiskwam had ik al 100 kopjes thee gezet.”

Past Perfect Continuous – “Ik was de thee aan het zetten toen ik me realiseerde dat ik het water niet had gekookt.”

The Present

Present Continuous – “Het is 7.30 uur ’s ochtends en ik ben een pot koffie aan het zetten.”

Present Simple – “Ik zet ’s morgens altijd als eerste koffie.”

Present Perfect Simple – “Ik heb deze week al zes keer de koffie gezet, jij bent vast aan de beurt.”

Present Perfect Continuous – “Ik lijk al sinds ik opstond koffie te zetten voor het gezin.

The Future

Future Continuous – “Ik zet zo een kopje thee, wil je er ook een?”

Toekomst Simpel – “Nee dank je, ik denk dat ik wel koffie zet als ik opsta.”

Toekomst Perfect Simpel – “Maak je geen zorgen, tegen de tijd dat je opstaat heb ik al een kopje koffie voor je gezet.”

Toekomst Perfect Continu – “Tegen vanavond heb ik immers de hele dag thee gezet op mijn werk.”

Engelse Grammatica

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.