Kwekerijwebspinnen (Pisauridae) is een familie van araneomorfe spinnen die voor het eerst werd beschreven door Eugène Simon in 1890. Ze lijken op wolfspinnen (Lycosidae) met uitzondering van een aantal belangrijke verschillen. Wolfspinnen hebben twee zeer prominente ogen naast de andere zes, terwijl de ogen van een kweekwebspin allemaal ongeveer even groot zijn. Bovendien dragen de vrouwelijke nursery web spinnen hun eierzakken met hun kaken en pedipalpen in plaats van ze vast te maken aan hun spindoppen zoals wolfspinnen doen. Wanneer de eitjes op het punt staan uit te komen, bouwt een vrouwtjesspin een “tent”, plaatst haar eierzak erin en houdt buiten de wacht, vandaar de naam van de familie. Zoals de wolfspinnen zijn de kweekspinnen echter zwervende jagers die geen webben gebruiken om prooien te vangen. Ze hebben een grote verscheidenheid aan prooien, en grotere soorten kunnen op gewervelde dieren jagen, met name amfibieën en vissen.
Nursery web spiders
Temporal range: Paleogeen-tegenwoordig
|
|
---|---|
Nilus albocinctus, vrouwtje Sabah, Borneo |
|
Dolomedes fimbriatus met zijn kraamkamer van baby’s | |
Wetenschappelijke classificatie | |
Koninkrijk: | Animalia |
Phylum: | Arthropoda |
Subphylum: | Chelicerata |
Klasse: | Arachnida |
Orde: | Araneae |
Infra-orde: | Araneomorphae |
Familie: | Pisauridae Simon, 1890 |
Diversiteit | |
51 geslachten, 508 soorten | |
Soorten komen over de hele wereld voor, behalve in extreem droge of koude omgevingen, en komen zowat overal voor. Velen kunnen over het oppervlak van stilstaand water lopen en kunnen zelfs tijdelijk onder het oppervlak duiken om aan vijanden te ontsnappen. Ze kunnen een afstand van 5 tot 6 inches (130 tot 150 mm) springen, maar hebben moeite met het beklimmen van extreem gladde oppervlakken zoals glas.
De naam “kleuterwebspin” is vooral gegeven aan de Europese soort Pisaura mirabilis, maar deze familie omvat ook visspinnen en vlotspinnen. Volwassen exemplaren kunnen tot 15 mm lang worden, inclusief poten. De poten van het mannetje zijn in verhouding tot de lichaamsgrootte langer dan die van het vrouwtje.
De vrouwelijke spin probeert soms na de paring het mannetje op te eten. Om het risico hierop te verkleinen, geeft het mannetje het vrouwtje bij het naderen vaak een geschenk, zoals een vlieg, in de hoop dat dit haar honger zal stillen. Soms is dit een nepcadeau om het vrouwtje voor de gek te houden. Mannetjes kunnen het nepgeschenk in zijde wikkelen, om het vrouwtje te misleiden om te paren. Vrouwtjes kunnen het nepcadeau opmerken en de paring beëindigen, waardoor het bedrog van het mannetje om geen echt cadeau te geven, teniet wordt gedaan.