Bron: Cricket 31(3), pp. 23-31, nov. 2003
Overgenomen met toestemming van de auteur en Cricket Magazine, november 2003; tekst (c) 2003 door Kathleen Tuthill, artwork (c) 2003 door Carus Publishing Company.
Door Kathleen Tuthill, Geïllustreerd door Rupert Van Wyk
De Britse arts John Snow kon andere artsen en wetenschappers er niet van overtuigen dat cholera, een dodelijke ziekte, verspreid werd door het drinken van besmet water, tot een moeder in 1854 de luier van haar baby waste in een put in de stad en een epidemie veroorzaakte die 616 mensen het leven kostte.
Dr. Snow, een verloskundige met belangstelling voor vele aspecten van de medische wetenschap, geloofde al lang dat met rioolwater vervuild water de oorzaak van cholera was. Cholera is een darmziekte die de dood kan veroorzaken binnen enkele uren na de eerste symptomen van braken of diarree. Snow publiceerde in 1849 een artikel waarin hij zijn theorie uiteenzette, maar dokters en wetenschappers vonden dat hij op het verkeerde spoor zat en hielden vast aan de populaire overtuiging van die tijd dat cholera werd veroorzaakt door het inademen van dampen of een “miasma in de atmosfeer”.
De eerste gevallen van cholera in Engeland werden gemeld in 1831, ongeveer in de tijd dat Dr. Snow op achttienjarige leeftijd zijn medische studie afrondde. Tussen 1831 en 1854 stierven tienduizenden mensen in Engeland aan cholera. Hoewel Dr. Snow intensief betrokken was bij experimenten met een nieuwe techniek, anesthesie genoemd, om baby’s ter wereld te brengen, was hij ook gefascineerd door het onderzoek naar zijn theorie over hoe cholera zich verspreidde.
In het midden van de jaren 1800 hadden de mensen geen stromend water of moderne toiletten in hun huizen. Ze gebruikten waterputten in de stad en gemeenschappelijke pompen om het water te halen dat ze gebruikten om te drinken, te koken en te wassen. Septische systemen waren primitief en de meeste huizen en bedrijven dumpten onbehandeld rioolwater en dierlijk afval rechtstreeks in de rivier de Theems of in open putten die “beerputten” werden genoemd. Waterbedrijven bottelden vaak water uit de Theems en leverden dat aan cafés, brouwerijen en andere bedrijven.
Dr. Snow geloofde dat rioolwater dat in de rivier of in beerputten in de buurt van waterputten in de stad werd gedumpt, de watervoorziening kon besmetten, waardoor ziekten zich snel konden verspreiden.
In augustus 1854 werd Soho, een voorstad van Londen, zwaar getroffen door een vreselijke uitbraak van cholera. Dr. Snows woonde zelf in de buurt van Soho en ging onmiddellijk aan de slag om zijn theorie te bewijzen dat besmet water de oorzaak was van de uitbraak.
“Binnen 250 meter van de plek waar Cambridge Street samenkomt met Broad Street waren er meer dan 500 dodelijke aanvallen van cholera in 10 dagen,” schreef Dr. Snow schreef: “Zodra ik op de hoogte was van de situatie en de omvang van deze uitbraak van cholera, vermoedde ik een besmetting van het water van de veel bezochte straatpomp in Broad Street.”
Dr. Snow werkte de klok rond om informatie uit ziekenhuis- en openbare registers te achterhalen over wanneer de uitbraak begon en of de slachtoffers water dronken uit de pomp in Broad Street. Snow vermoedde dat degenen die in de buurt van de pomp woonden of werkten, de meeste kans hadden om de pomp te gebruiken en dus cholera op te lopen. Zijn baanbrekend medisch onderzoek wierp vruchten af. Door met behulp van een geografisch raster de sterfgevallen van de uitbraak in kaart te brengen en elk geval te onderzoeken op de toegang tot het pompwater, ontwikkelde Snow wat hij beschouwde als positief bewijs dat de pomp de bron van de epidemie was.
Klik voor meer over John Snow
Naast degenen die in de buurt van de pomp woonden, spoorde Snow honderden gevallen van cholera op bij scholen, restaurants, bedrijven en cafés in de buurt.
Volgens Snow’s gegevens zei de uitbaatster van een koffieshop in de buurt die glazen water uit de Broad Street pomp serveerde bij de maaltijden, dat ze negen van haar klanten kende die cholera hadden opgelopen.
Een populaire borreldrank uit die tijd heette “sherbet”, een lepel poeder dat bruiste als het met water werd gemengd. In het Broad Street-gebied van Soho kwam dat water meestal uit de Broad Street-pomp en het was, volgens Snow, de bron van veel gevallen.
Snow onderzocht ook groepen mensen die geen cholera kregen en spoorde op of zij pompwater dronken. Die informatie was belangrijk omdat Snow daarmee andere mogelijke bronnen van de epidemie dan pompwater kon uitsluiten.
Hij vond een aantal belangrijke voorbeelden. Een werkhuis, of gevangenis, in de buurt van Soho had 535 gevangenen, maar bijna geen gevallen van cholera. Snow ontdekte dat het werkhuis een eigen bron had en water kocht van de Grand Junction Water Works.
De mannen die werkten in een brouwerij aan Broad Street waar moutlikeur werd gemaakt, ontsnapten ook aan het krijgen van cholera. De eigenaar van de brouwerij, Mr. Huggins, vertelde Snow dat de mannen de drank dronken die ze maakten of water uit de eigen bron van de brouwerij en geen water uit de pomp van Broad Street. Geen van de mannen liep cholera op. Een fabriek vlakbij de pomp, op 37 Broad Street, had niet zoveel geluk. De fabriek hield twee kuipen met water uit de pomp bij de hand voor de werknemers om te drinken en 16 van de werknemers stierven aan cholera.
De gevallen van twee vrouwen, een nichtje en haar tante, die aan cholera stierven, verbaasden Snow. De tante woonde op enige afstand van Soho, evenals haar nicht, en Snow kon geen verband leggen met de pomp. Het mysterie werd opgehelderd toen hij met de zoon van de vrouw sprak. Deze vertelde Snow dat zijn moeder ooit in het Broad Street gebied had gewoond en de smaak van het water uit de pomp zo goed vond dat ze regelmatig flessen ervan liet brengen. Op 31 augustus, de dag van de uitbraak, werd water uit de pomp bij haar afgeleverd. Zoals haar gewoonte was, namen zij en haar bezoekende nicht een glas van het pompwater ter verfrissing, en volgens Snow’s verslagen stierven beiden de volgende dag aan cholera.
Snow kon aantonen dat de cholera geen probleem was in Soho, behalve bij mensen die de gewoonte hadden water te drinken uit de Broad Street pomp. Hij bestudeerde ook monsters van water uit de pomp en vond daarin drijvende witte vlekken, die volgens hem de bron van de besmetting waren.
Op 7 september 1854 ging Snow met zijn onderzoek naar de stadsambtenaren en overtuigde hen ervan de hendel van de pomp te halen, waardoor het onmogelijk werd water te putten. De ambtenaren geloofden hem niet graag, maar namen de hendel er bij wijze van proef toch af. De uitbraak van cholera bleek vrijwel onmiddellijk tot staan te zijn gebracht. Beetje bij beetje keerden de mensen terug die hun huizen en bedrijven in Broad Street hadden verlaten uit angst cholera op te lopen.
Ondanks het succes van Snow’s theorie bij het indammen van de cholera-epidemie in Soho, vonden overheidsfunctionarissen zijn hypothese nog steeds onzin. Ze weigerden iets te doen om de beerputten en riolen schoon te maken. De Gezondheidsraad bracht een rapport uit waarin stond: “Wij zien geen reden om deze overtuiging aan te nemen” en deed Snow’s bewijs af als louter “suggesties.”
Maandenlang bleef Snow ieder geval van cholera van de Soho-uitbraak van 1854 opsporen en herleidde ze bijna allemaal naar de pomp, inclusief een meubelmaker die op doorreis was in het gebied en kinderen die dichter bij andere pompen woonden maar langs de Broad Street pomp liepen op weg naar school. Wat hij niet kon bewijzen was waar de verontreiniging in de eerste plaats vandaan kwam.
Ambtenaren beweerden dat er op geen enkele manier rioolwater uit stadsleidingen in de pomp kon lekken en Snow zelf zei dat hij niet kon achterhalen of het rioolwater afkomstig was van open riolen, afvoeren onder huizen of bedrijven, openbare leidingen of beerputten.
Het mysterie zou misschien nooit zijn opgelost, behalve dat een dominee, dominee Henry Whitehead, de taak op zich nam om het ongelijk van Snow te bewijzen. De dominee beweerde dat de uitbraak niet was veroorzaakt door besmet water, maar door God’s goddelijke tussenkomst. Hij vond geen dergelijk bewijs en in feite bevestigt zijn gepubliceerde rapport Snow’s bevindingen. Het beste van alles is dat het Snow de waarschijnlijke oplossing gaf voor de oorzaak van de besmetting van de pomp.
Klik voor meer over cholera-epidemieën
Dominee Whitehead interviewde een vrouw, die op 40 Broad Street woonde, wier kind cholera had opgelopen door een andere bron. De moeder van het kind waste de luiers van de baby in water dat ze vervolgens in een lekkende beerput dumpte op slechts drie meter afstand van de pomp in Broad Street, waardoor wat Snow “de vreselijkste uitbraak van cholera die zich ooit in dit koninkrijk heeft voorgedaan” noemde, in gang werd gezet.”
Een jaar later publiceerde het tijdschrift The Builder de bevindingen van dominee Whitehead, samen met een uitdaging aan de ambtenaren van Soho om de beerput te sluiten en de riolen en afvoerkanalen te repareren, want “ondanks de vele sterfgevallen van de laatste tijd, hebben we alle ingrediënten voor een nieuwe epidemie.” Het duurde vele jaren voordat de overheid deze verbeteringen doorvoerde.
In 1883 ging een Duitse arts, Robert Koch, een stap verder in zijn zoektocht naar de oorzaak van cholera toen hij de bacterie Vibrio cholerae, het “gif” dat volgens Snow cholera veroorzaakte, isoleerde. Dr. Koch stelde vast dat cholera niet besmettelijk is van mens tot mens, maar zich alleen verspreidt via onhygiënische water- of voedselbronnen, een belangrijke overwinning voor Snow’s theorie. De cholera-epidemieën in Europa en de Verenigde Staten in de 19e eeuw eindigden nadat steden eindelijk de sanitaire voorzieningen in de watervoorziening hadden verbeterd.
De Wereldgezondheidsorganisatie schat dat 78 procent van de mensen in derdewereldlanden vandaag de dag nog steeds geen schoon water heeft, en tot 85 procent van deze mensen woont niet in gebieden met adequate rioolwaterzuivering, waardoor cholera-uitbraken een voortdurende zorg zijn in sommige delen van de wereld.