Jack the Ripper brief, September 1888 |
|
Klik om meer afbeeldingen te zien
|
Jack the Ripper
Deze brief, de eerste die beweert te zijn geschreven door ‘Jack the Ripper’, werd op 25 september 1888 naar het Central News Agency gestuurd. Hij was geadresseerd ‘Beste baas’ en was geschreven in rode inkt. De brief werd doorgestuurd naar Scotland Yard.
Een paar dagen later arriveerde bij het Central News Agency een briefkaart besmeurd met bloed. Het bleek in hetzelfde handschrift te zijn als de brief en verwees naar een dubbele moord die de nacht ervoor had plaatsgevonden. Op dat moment dacht de politie dat de twee stukken misschien echt waren.
Zij brachten posters met kopieën van de brief aan op politiebureaus. Dit was een poging om het publiek bewust te maken van het gevaar van de seriemoordenaar. Het resultaat was echter een stortvloed van brieven van andere schrijvers, die allemaal beweerden Jack the Ripper te zijn.
De derde afbeelding hier toont een brief die rechtstreeks naar de ‘Detective Offices’ van Scotland Yard werd gestuurd en die werd ontvangen op 9 oktober 1888. De schrijver schetst een plan om 15 mensen te doden en daarna zichzelf om ‘het schavot te bedriegen’. Deze brief, zoals de overgrote meerderheid van de brieven die Scotland Yard ontving, is hoogst onwaarschijnlijk geschreven door de persoon die de moorden pleegde.
Deze nepbrieven worden nu bewaard in het Nationaal Archief. De meeste zijn geadresseerd vanuit Londen, sommige komen uit andere delen van Groot-Brittannië, en er zijn zelfs brieven uit Amerika en Frankrijk.
Een brief (niet in de archieven) werd op 16 oktober gestuurd naar George Lusk, die hoofd was van het Mile End Vigilance Committee. De brief ging vergezeld van een stuk menselijke nier, waarvan de schrijver beweerde dat het afkomstig was van Kate Eddowes, een van de slachtoffers. Hij ondertekende zijn brief ‘From Hell’.
De Jack the Ripper-moorden blijven een groot onopgelost mysterie. Er is weinig bekend behalve dat tussen augustus en november 1888 zes prostituees op gruwelijke wijze vermoord werden aangetroffen in een gebied van een mijl in het vierkant van Londen’s East End. De frequentie van de aanvallen veroorzaakte terreur in de wijk. Het legde de machteloosheid van de politie bloot. In de dagen voor de forensische wetenschap, waren er weinig aanwijzingen voor de politie om op te jagen. Verschillende mannen werden gearresteerd, maar allen werden vrijgelaten zonder aanklacht. De moordenaar is nooit gepakt.