De hoofddelen van het werkwoord “zinken” zijn eigenlijk “zinken, gezonken, gezonken”: tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooid deelwoord.
Dag laat ik het schip zinken. Tegenwoordige tijd
Gisteren liet ik het schip zinken. Eenvoudige verleden tijd
Op verschillende tijdstippen in het verleden heb ik vele schepen tot zinken gebracht. Samengesteld verleden (niet specifiek wanneer deze schipbreuken zouden hebben plaatsgevonden)
“Gezonken” is de eenvoudige verleden tijd – iets dat op één specifiek moment in de tijd is gebeurd, soms de Preterit genoemd.
“Gezonken” is het voltooid deelwoord. Het wordt gebruikt met het hulpwerkwoord “hebben”.
Dit werkwoord stamt uit de oudste periode van de Engelse taalontwikkeling. Het is een “verbogen” werkwoord, wat betekent dat het zijn interne spelling verandert naarmate het de tijden doorloopt.
De verleden tijden en voltooid deelwoorden van werkwoorden uit een modernere periode van het Engels eindigen op “-ed”, zoals “worked”, “talked” en anderen: “work, worked, worked”, bijv,
Ik werk momenteel voor een particulier bedrijf.
Vorig jaar werkte ik voor de overheid.
Ik heb nog nooit voor een non-profit gewerkt.
“Sing, sang, sung” en drink, “dronk, dronk” zijn andere voorbeelden van verbogen werkwoorden uit de Oud-Engelse periode.
Vandaag zing ik een lied.
Gisteren zong ik twee liederen.
Tegen de tijd dat de week voorbij is, “zal” ik veel liederen hebben gezongen.
“Zal hebben gezongen” is de toekomende voltooid toekomende tijd. “Gezongen” is weer het voltooid deelwoord dat gebruikt wordt met het hulpwerkwoord “hebben” in de toekomende tijd.
Vandaag drink ik.
Gisteren heb ik gedronken.
Ik denk dat ik te veel “gedronken” heb. (Niet-specifieke samengestelde verleden tijd wordt soms de Imperfect genoemd.)
Barron’s geeft een serie paperback boeken uit voor zowat elke taal, genaamd “501 Werkwoorden”. Waarschijnlijk is er ook een “201 Werkwoorden”. Ik weet zeker dat er een is voor Engels. Daar staan alle tijden in van de belangrijkste werkwoorden.
Connie