Een incrementele kosteneffectiviteitsratio is een samenvattende maat die de economische waarde van een interventie weergeeft, vergeleken met een alternatief (comparator). Het is gewoonlijk de belangrijkste output of uitkomst van een economische evaluatie. Een ICER wordt berekend door het verschil in de totale kosten (incrementele kosten) te delen door het verschil in de gekozen maatstaf voor het gezondheidsresultaat of -effect (incrementeel effect), om zo te komen tot een verhouding van “extra kosten per extra eenheid gezondheidseffect” – voor de duurdere therapie ten opzichte van het alternatief. In het VK wordt de QALY het vaakst gebruikt als maatstaf voor het gezondheidseffect, waardoor ICER’s kunnen worden vergeleken voor verschillende ziektegebieden, maar in andere gezondheidszorgstelsels kunnen andere maatstaven voor het gezondheidseffect worden gebruikt. Bij de besluitvorming zijn ICER’s het nuttigst wanneer de nieuwe interventie duurder is maar een beter gezondheidseffect oplevert. De in economische evaluaties gerapporteerde ICER’s worden vergeleken met een vooraf bepaalde drempel (zie de kosteneffectiviteitsdrempel) om te beslissen of de keuze voor de nieuwe interventie een efficiënt gebruik van middelen is.