Engelse muffins zijn een essentieel ontbijtbrood, en ze dienen als basis voor wat misschien wel het lekkerste brunchgerecht van het land is: eggs benedict. Maar hoewel de Engelse muffin zoals wij die kennen – meer bepaald die gemaakt door Thomas – in 1880 in New York City werd geïntroduceerd door de Engelse emigrant Samuel Bath Thomas, zijn Engelse muffins eigenlijk geen Amerikaanse uitvinding, zoals sommigen geloven. Ze waren er al in Engeland lang voor Thomas ze hier populair maakte. Ga naar een Britse supermarkt, zoals Tesco of Sainsbury’s, en je ziet ze op de markt gebracht als gewoon “muffins,” of soms “breakfast muffins” of “toasting muffins.”
Lang voordat elk Brits huishouden een eigen oven had, werden wat wij Engelse muffins noemen meestal van deur tot deur verkocht (vandaar het liedje “Do You Know the Muffin Man,” dat al in 1820 werd gezongen). Ze verschilden enigszins van de Engelse crumpets, die vochtiger en kauwbaarder zijn dan de Engelse muffins door de toevoeging van (onder andere) zuiveringszout. Nadat Thomas ze naar Amerika bracht, werden ze snel populair in chique hotels en restaurants als een chiquer alternatief voor toast, en tegen het begin van 1900 waren ze gemeengoed geworden.
Maar hoe zit het met, je weet wel, de zoete, cakeachtige dingen die Amerikanen muffins noemen? In het Verenigd Koninkrijk worden die over het algemeen nog steeds gewoon muffins genoemd (omdat het vrij gemakkelijk is de twee uit elkaar te houden), maar je ziet ze soms aangeduid als “Amerikaanse muffins.” Engelse muffins zijn zeker geen Brits voedsel dat Amerikanen gewoon niet begrijpen.