Philip Kosloski – gepubliceerd op 04/07/18
In totaal staat opgetekend dat Jezus 10 keer aan zijn discipelen verscheen in zijn verrezen lichaam.
Nadat Jezus was opgestaan uit de dood, verscheen hij bij talrijke gelegenheden aan zijn discipelen. Dit deed hij niet op één enkele dag, maar op verscheidene dagen tussen zijn opstanding en zijn hemelvaart.
Hoe vaak om precies te zijn?
Technisch gesproken weten we niet elke keer dat Jezus aan zijn discipelen verscheen gedurende deze 40 dagen. Johannes zelf legde uit dat de evangelieverslagen geen volledig historisch verslag zijn: “Jezus deed nog vele andere tekenen in tegenwoordigheid van de discipelen, die in dit boek niet geschreven staan” (Johannes 20:30).
Hoewel de evangeliën er verscheidene van optekenen. In totaal verschijnt Jezus 10 keer aan zijn discipelen in zijn herrezen lichaam.
Lees meer: Heeft Jezus op Paasmorgen eerst zijn Moeder bezocht? Hier is waarom JPII zei “waarschijnlijk wel”
Maria Magdalena
Jezus zei tegen haar: “Maria.” Zij draaide zich om en zei in het Hebreeuws tegen hem: “Rabboni!” (wat Leraar betekent). Jezus zeide tot haar: Houdt mij niet vast, want ik ben nog niet opgevaren naar den Vader; maar gaat heen tot mijne broeders en zegt tot hen: Ik vaar op naar mijn Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God.” (Johannes 20:16-17)
Andere vrouwen (mogelijk Maria van Clopas, Maria de moeder van Jacobus en Joanna)
Zo vertrokken zij vlug uit het graf, met vrees en grote vreugde, en renden heen om het zijn discipelen te zeggen. En zie, Jezus ontmoette hen en zei: “Wees gegroet!” En zij kwamen op en namen zijn voeten vast en aanbaden hem. Toen zei Jezus tot hen: “Wees niet bang; ga heen en zeg tegen mijn broeders dat ze naar Galilea moeten gaan, en daar zullen ze mij zien.” (Matteüs 28:8-10)
Twee discipelen op de weg naar Emmaüs
Diezelfde dag liepen twee van Jezus’ volgelingen naar het dorp Emmaüs, zeven mijl van Jeruzalem. Terwijl ze liepen, spraken ze over alles wat er gebeurd was. Terwijl zij spraken en discussieerden over deze dingen, kwam Jezus zelf plotseling en begon met hen mee te lopen. (Lucas 24:13-43)
St. Petrus (de eerste keer)
“De Heer is inderdaad opgestaan en is aan Simon verschenen!” (Lucas 24:34)
De discipelen (zonder Thomas)
Toen zij dit zeiden, stond Jezus zelf onder hen en zeide tot hen: Vrede zij u.” (Lucas 24:36)
De discipelen (met Thomas)
De deuren waren gesloten, maar Jezus kwam en stond in hun midden en zei: “Vrede zij met u.” En Hij zeide tot Thomas: Legt uw vinger hier, en ziet mijn handen; en steekt uw hand uit, en legt ze in mijn zijde; weest niet ongelovig, maar gelooft.” Thomas antwoordde hem: “Mijn Heer en mijn God!” Jezus zeide tot hem: Hebt gij geloofd, omdat gij mij gezien hebt? Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven.” (Johannes 20:26-29)
Zeven discipelen
Daarna openbaarde Jezus zich opnieuw aan de discipelen bij de zee van Tiberias; en hij openbaarde zich op deze wijze. Simon Petrus, Thomas, de Tweeling, Nathanaël van Kana in Galilea, de zonen van Zebedeüs en twee anderen van zijn discipelen waren samen. (Johannes 21:1-2)
Vijfhonderd discipelen
Toen verscheen hij aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie de meesten nog in leven zijn, hoewel sommigen ontslapen zijn. (1 Korintiërs 15:6)
Jacobus en de apostelen
Toen verscheen hij aan Jacobus, daarna aan alle apostelen. (1 Korintiërs 15:7)
Voor de Hemelvaart
Toen leidde hij hen naar buiten tot aan Bethanië, en zijn handen opheffend zegende hij hen. Terwijl hij hen zegende, scheidde hij zich van hen af en werd ten hemel gevoerd. En zij aanbaden Hem en keerden met grote vreugde naar Jeruzalem terug, en waren voortdurend in de tempel om God te zegenen. (Lucas 24:50-53)
Lanceer de diashow