De glooiende hectaren grasland die zich uitstrekken over het midden van de Verenigde Staten zijn een klassiek Amerikaans beeld. Vroege Europese kolonisten van deze eco-regio waren zo onder de indruk van deze eindeloze graslanden dat ze ze vergeleken met de oceaan, en hun wagens “prairie schoeners” noemden naar grote schepen uit die tijd. De prairiegraslanden beginnen bij de Great Plains aan de oostelijke rand van de Rocky Mountains en strekken zich uit tot aan de Appalachian Mountains in het oostelijke deel van het land. De Rocky Mountains verhinderen dat vochtige lucht over de Great Plains stroomt, en deze “regenschaduw” draagt ertoe bij dat de prairiegraslanden extreem droog blijven. Het is echter niet alleen het gebrek aan regen dat de prairie tot een barre plek om te leven maakt. Twaalfduizend jaar geleden hebben zich terugtrekkende gletsjers een vlak landschap achtergelaten dat blootstond aan extreme hitte in de zomer en extreme kou in de winter. Het gebrek aan geografische barrières of bedekking betekent dat de wind ongebreideld over de vlaktes raast, wat leidt tot de “zwarte sneeuwstormen” van de 1930 Dust Bowl en voortdurend de landbouw in gevaar brengt.
Ondanks deze extremen maken veel planten en dieren zoals wilde bloemen, pronghorn antilopen, muildierherten, prairiehonden en coyotes hun thuis in de prairie graslanden. Bovendien zijn de droge prairies bezaaid met kleine, geïsoleerde wetlands, die de vogels voorzien van het broodnodige water en een aquatische habitat. In de noordelijke Great Plains zijn deze wetlands ontstaan toen de gletsjers zich terugtrokken en ronde, verzonken gebieden achterlieten. Regen en grondwater vullen deze depressies gedurende bepaalde perioden van het jaar, waardoor verspreid liggende wetlandhabitats ontstaan die bekend staan als “prairie potholes”. De Prairie Pothole Region in de Northern Great Plains bevat 5-8 miljoen kleine wetlands en enkele van de belangrijkste zoetwatervoorraden in Noord-Amerika. Bullrushes, sedges en cattails groeien aan de randen van deze kuilen omdat zij de voorkeur geven aan stilstaand water, en deze planten bieden op hun beurt voedsel en beschutting aan andere soorten, zoals vogels. Meer dan de helft van de trekkende watervogels in Noord-Amerika is voor hun overleving afhankelijk van prairieholen.
Downloads
- Casusstudie: Prairies en Graslanden
- Activiteit 1 – Wetlands/Migratie Simulatie
- Activiteit 2 – Grafieken/Data Analyse
- Activiteit 3 – Landsat Activiteit