In het wiskundeonderwijs kan getalbegrip verwijzen naar “een intuïtief begrip van getallen, hun grootte, relaties en hoe ze worden beïnvloed door bewerkingen”. Andere definities van getalgevoel benadrukken het vermogen om buiten de traditioneel aangeleerde algoritmen te werken, bijv, “een goed georganiseerd conceptueel kader van getalinformatie dat een persoon in staat stelt getallen en getalrelaties te begrijpen en wiskundige problemen op te lossen die niet gebonden zijn aan traditionele algoritmen”.
Psychologen menen dat het getalgevoel bij mensen kan worden onderscheiden in het benaderende getallensysteem, een systeem dat de schatting van de grootheid ondersteunt, en het parallelle individuatiesysteem, dat het volgen van individuele objecten mogelijk maakt, typisch voor hoeveelheden onder de 4.
Er zijn ook enkele verschillen in de wijze waarop getalgevoel in de wiskundecognitie wordt gedefinieerd. Gersten en Chard zeggen bijvoorbeeld dat getalgevoel “verwijst naar de vloeiendheid en flexibiliteit van een kind met getallen, het gevoel voor wat getallen betekenen en een vermogen om mentale wiskunde uit te voeren en naar de wereld te kijken en vergelijkingen te maken.”
Bij niet-menselijke dieren is getalgevoel niet het vermogen om te tellen, maar het vermogen om veranderingen waar te nemen in het aantal dingen in een verzameling. Alle zoogdieren, en de meeste vogels, zullen merken of er een verandering is in het aantal van hun jongen in de buurt. Veel vogels kunnen twee van drie onderscheiden.
Onderzoekers vinden getalbegrip van het grootste belang voor kinderen in het vroege basisonderwijs, en de National Council of Teachers of Mathematics heeft getalbegrip tot een aandachtsgebied gemaakt van het wiskundeonderwijs van de eerste tot en met de tweede klas. Een actief onderzoeksgebied is het creëren en testen van onderwijsstrategieën om het getalgevoel van kinderen te ontwikkelen. Getalbegrip verwijst ook naar de wedstrijd die door de Universitaire Interscholastische Liga wordt georganiseerd. Deze wedstrijd is een tien minuten durende test waarbij de deelnemers wiskundige problemen mentaal oplossen – rekenmachines, schrap-werk of aftekenen zijn niet toegestaan.