Georg Simmel, (geboren 1 maart 1858, Berlijn, Duitsland – overleden 26 sept. 1918, Strassburg), Duits socioloog en neo-Kantiaans filosoof, wiens faam vooral berust op werken over sociologische methodologie. Hij doceerde filosofie aan de universiteiten van Berlijn (1885-1914) en Strassburg (1914-18), en zijn inzichtelijke essays over persoonlijke en sociale interactie inspireerden de ontwikkeling van kwalitatieve analyse in de sociologie.
Simmel streefde ernaar de algemene of terugkerende vormen van sociale interactie te isoleren van de meer specifieke soorten activiteit, zoals politieke, economische en esthetische. Hij besteedde bijzondere aandacht aan het probleem van gezag en gehoorzaamheid. In Philosophie des Geldes (1900; 6e ed., 1958; The Philosophy of Money, 1978), paste hij zijn algemene principes toe op een specifiek onderwerp, de economie, waarbij hij de rol van een geldeconomie benadrukte in het specialiseren van sociale activiteit en het depersonaliseren van individuele en sociale relaties. In het laatste decennium van zijn leven wijdde hij zich aan metafysica en esthetica.