Constante zoektocht naar vorm
Altijd onderscheidend en onafhankelijk, veranderde Wright’s stijl vaak. Gedurende een tiental jaren na 1915 baseerde hij zich op het ornament van de Maya’s (een oude indianenstam in Mexico) (Barndall House, Hollywood, Californië, 1920). Zelfs toen vermeed Wright de kaalheid en abstractie van zijn ontwerpen, hij stond erop de meervoudige vorm van gebouwen de beweging van unieke locaties te laten weerspiegelen: het Kaufmann House, “Falling Water,” in Bear Run, Pennsylvania (1936-37), waar in elkaar grijpende terrassen van gewapend beton boven de waterval uittorenen; de goedkope huizen (Herbert Jacobs House, Madison, 1937); en de “prairiehuizen” (Lloyd Lewis House, Libertyville, Illinois, 1940). Geen enkele architect was zo bedreven in het aanpassen van de vorm aan het terrein: het Pauson House in Phoenix, Arizona (1940) rijst op uit de woestijn, als een piramide van de Maya’s, waarvan de gehavende houten muren de bergen en de woestijn weerspiegelen.
Deze briljante plattelandswoningen lieten niet zien hoe Wright zou reageren op een stedelijke omgeving of op het programma van een zakelijke opdrachtgever. Maar in het Administratiegebouw voor de Johnson Wax Company, Racine, Wisconsin (1936-39, met een onderzoekstoren toegevoegd in 1950), verbaasde hij architecten met zijn tweede grote commerciële gebouw (na het Larkin Gebouw). Een doorlopende, raamloze muur van rode baksteen omsluit een hoge, door ramen verlichte binnenruimte; die ruimte, die hoge kolommen bevat, is een van de vredigste en sierlijkste binnenruimten ter wereld. Op het Florida Southern College plaatste hij cirkel en gefragmenteerde ruit (een vierzijdig vlak) naast elkaar, als herinnering aan de Villa van Hadrianus in Tivoli, Italië; hij plaatste een helix (spiraalvormige structuur) in de Morris Gift Shop in San Francisco, Californië (1948-49). Uiteindelijk bedacht hij dat de helix een hoge centrale ruimte zou omringen: het zes verdiepingen tellende Guggenheim Museum in New York City (1946-59), dat in belangrijke functionele gebreken betaalde om een gedenkwaardige ervaring te krijgen bij het bekijken van kunst, vooral waar de helix uitzicht biedt op een zijgalerij eronder.
De architectonische tekeningen die Wright achterliet zijn magisch en lyrisch. Niemand zou ooit dienovereenkomstig kunnen bouwen, maar Wright was nooit tevreden met het alledaagse of gewone tot het conventionele of het praktische. Hij verbeeldde het wonderbaarlijke waar anderen tevreden waren met het waarschijnlijke. Uit de tekeningen van Wright blijkt hoe ver zijn talent reikte boven het vermogen van welke opdrachtgever dan ook om zijn droom volledig te verwezenlijken: een wereld van heiligdommen en tuinen, van aarde en machines, van rivieren, zeeën, bergen en prairies, waar grootse architectuur de mens in staat stelt edelmoedig te leven.
Wright stierf in Taliesin West op 9 april 1959. Zijn weduwe, Olgivanna, leidde de Taliesin Fellowship.