We weten dat van België wordt gezegd dat het de ‘cockpit’ van Europa is, en met cockpit bedoel ik de kuil waar hanengevechten plaatsvinden en niet de ruimte van de piloot in het vliegtuig. België wordt zo genoemd omdat het de plaats is geweest van meer Europese veldslagen dan enig ander land. Het land ligt op de weg naar veel andere landen, dus het ligt tussen A en B, C en D, en zo nog veel meer. Niemand wilde België echt, maar omdat het ertussen lag, werd het het strijdtoneel voor veel landen aan weerszijden ervan. Het is het strijdtoneel geweest van ontelbare veldslagen – Oudenarde, Ramillies, Fontenoy, Fleurus, Jemmapes, Ligny, Quatre Bras, Waterloo, en zo, zo veel meer.
Maar we weten ook dat België bekend staat om zijn wafels. Belgische wafels, en ik voel de geur van verse, warme wafels al voorbij drijven. België heeft de wereld inderdaad heel wat culinaire hoogstandjes geschonken – wafels om er één te noemen, en dan zijn er nog chocolaatjes, knapperige frietjes, goed gebrouwen bieren, de fijnste chocolaatjes…
Voedsel is maar meer dan alleen maar voedsel, geloof ik. In de loop der jaren zijn we steeds meer voedsel gaan eten voor ons plezier, dat verder gaat dan het doel van eenvoudig levensonderhoud. Maar ik geloof dat voedsel ook een belangrijk symbool van cultuur kan zijn. De patronen van levensonderhoud in een bepaald geografisch gebied en de methoden om voedsel te verwerven en te bereiden zeggen veel over de nederzettingspatronen, de beschikbare hulpbronnen, de overtuigingen en de gewoonten van een plaats. Voedsel is inderdaad een belangrijk onderdeel van de cultuur van een geografisch gebied.
Wafels werden voor het eerst gemaakt in de Middeleeuwen. Ze werden als knapperige en rijke snacks langs de kant van de weg verkocht door verkopers buiten de kerken van België. De landbouw was de voornaamste bezigheid van de streek; gerst en haver behoorden tot de meest geteelde gewassen, waardoor ze gemakkelijk als ingrediënt konden worden gebruikt. Deze wafels waren zo populair dat de kraampjes op een veilige afstand van elkaar moesten worden gehouden omdat ze grote mensenmassa’s trokken.
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, zijn Belgische wafels niet slechts één soort wafels. Er zijn twee soorten wafels die oorspronkelijk uit België komen: de Brusselse wafel en de Luikse wafel. De Brusselse wafel is wat nu wereldberoemd is als de Belgische wafel, hoewel eigenlijk zowel de Brusselse als de Luikse wafels Belgische wafels zijn. De Brusselse wafel werd in 1964 op de Wereldtentoonstelling in NYC door Maurice Vermersch in de Verenigde Staten geïntroduceerd als de “Belgische wafel”, omdat de meeste Amerikanen toen geen idee hadden waar Brussel lag. Ze waren echter al eerder in de Verenigde Staten opgedoken op de Wereldtentoonstelling van 1962 in Seattle. Het imago van de Belgische wafels in de VS en andere landen in het buitenland is dus van bij de oorsprong sterk veralgemeend. De Luikse wafels zijn het meest gangbaar in België en staan bekend om hun rijke, kleverige textuur, die bij elke hap wordt geaccentueerd.
De Brusselse wafel moet luchtig en luchtig zijn en moet met de handen worden gegeten. Het is geen overmatig gezoete, diabetische snack. In het hedendaagse België weigeren veel verkopers de klanten bestek te geven om de wafels te verorberen, zodat ze ze als een echte wafel kunnen eten.
In het algemeen is de Brusselse wafel een publiekstrekker, en is hij niet bedoeld als een gezoete drager voor een heleboel toppings, terwijl de Luikse wafel de hardere, jongere broer of zus is. De Luikse wafel heeft geen diepe zakken of een geweldige perfecte vorm, maar mettertijd zou je er, dankzij zijn dichte structuur, meer zin in krijgen.
De Brusselse wafel begint als een gistdeeg. Soms wordt er een speciaal ingrediënt aan toegevoegd, zoals bier, het is tenslotte Belgisch! Dan wordt het in een heet gietijzeren wafelijzer gegoten en er komt een knapperige, lichte wafel uit die smelt in je mond. Verrassend genoeg wordt een originele Brusselse Wafel nooit, herhaal – nooit, nooit met ahornsiroop of honing gegeten. Hij heeft de stroop niet nodig, hij smaakt naar puur geluk op zichzelf. Tegenwoordig wordt de Brusselse Wafel, nu het de “Belgische Wafel” is geworden, geserveerd met allerlei siropen en toppings, en lijkt het meer op “pannenkoeken gebakken in een wafelijzer”, en is het ook een populaire ontbijtoptie geworden.
De Luikse Wafels komen uit de stad Luik in de regio Wallonië in België. Hij wordt gemaakt van een deeg dat lijkt op dat van brioche. Er wordt parelsuiker (die eruitziet als gewone suiker op steroïden) in het Luikse wafelbeslag gemengd, zodat deze parels, wanneer ze in het ijzer worden gebakken, smelten en karamelliseren en grote happen knapperige, gebruinde suiker vormen. Luikse wafels zijn compacter, zoeter, kauwer. Ook deze worden meestal op straat verkocht en volledig met de handen gegeten. De Belgen ontsieren de smaak van hun wafels niet met toppings en genieten van de wafels op zich.