In kringen van online geschiedenisfanaten is de Ferdinand, of “Elefant” zoals latere versies werden omgedoopt, een soort meme. Voor velen is het de absurde conclusie van Hitler’s obsessie met zware tanks en superwapens. Maar wat maakte de tank tot zo’n mislukking, en als hij werkelijk totaal mislukte, waarom werden er dan zoveel gebouwd?
Het verhaal begint in 1942 toen Hitler zich realiseerde dat Duitse tanks, ondanks successen tot nu toe in de oorlog, eigenlijk niet zo krachtig waren in vergelijking met sommige van de tanks waartegen ze het op moesten nemen. Ze hadden het moeilijk gehad tegen de zwaardere Franse tanks, en dreigden te falen aan het Oostfront tegenover de Sovjet T-34’s.
Om dit probleem op te lossen, besloot Hitler dat Duitsland een nieuwe zware tank nodig had. De nazi-regering schreef een wedstrijd uit tussen twee grote ontwerpers, Porsche en Henschel, voor het nieuwe ontwerp.
Porsche’s ontwerp was op zijn zachtst gezegd gedurfd. Het woog een opmerkelijke 60 ton en werd aangedreven door twee Porsche Type 101 motoren. Deze V-10 luchtgekoelde motoren werden aangedreven door benzine, zoals veel andere Duitse tanks.
De motoren dreven elk een aparte generator aan, die vervolgens twee elektromotoren aandreef, een voor elke rups vanaf het achterste aandrijftandwiel.
Dit alles maakte de tank aanzienlijk zwaarder dan de 54 ton wegende Henschel versie. De motoren vereisten ook koperen onderdelen van hoge kwaliteit die moeilijk te krijgen waren in het geblokkeerde Duitsland.
De laatste nagel aan de doodskist was dat deze motoren nooit eerder in tanks waren gebruikt, zodat de technologie nog niet geperfectioneerd was.
De “wedstrijd” was uiterst eenzijdig, want de motor van het Porsche ontwerp barstte al vroeg in de proef in vlammen uit, omdat hij het extreme gewicht van de tank niet aankon. Henschel’s ontwerp won duidelijk en werd de legendarische Tijgertank.
Doubling Down
Porsche was echter nogal arrogant, en had al tien van zijn tanks gebouwd in afwachting van het winnen van de wedstrijd. Erger nog, hij had nog eens 90 rompen gebouwd. Dit was vooral jammer vanwege de hoeveelheid grondstoffen die nodig waren om ze te bouwen.
In plaats van zijn nederlaag toe te geven en te erkennen dat zijn ontwerp simpelweg te zwaar was voor de motor, ging Porsche door met het bouwen van een nieuwe superzware tankvernietiger. De Ferdinand was geboren.
Hoe ging Porsche het voor de hand liggende probleem met zijn ontwerp oplossen, namelijk dat het gewoon te zwaar was voor zijn onorthodoxe motor? Hij negeerde het. In feite, als een tank destroyer, zou het een nog groter kanon nodig hebben en aanpassingen aan de romp om dat kanon te ondersteunen.
Porsche ging met de PaK 43, die een stand-alone anti-tank kanon was geweest. Het gewicht van de Ferdinand steeg tot 65 ton. Er werden ongeveer 90 Ferdinands gemaakt, die al snel naar het Oostfront werden gestuurd.
Hun motoren begonnen al in brand te vliegen nog voor ze de strijd hadden bereikt. Sommige van hen zouden niet in staat zijn geweest een heuvel te beklimmen om een betere vuurpositie te bereiken.
Daarnaast waren er talrijke andere mechanische storingen die de tank teisterden, waaronder branden in de gasleiding. Om gevangenneming te voorkomen, moesten veel van de tanks worden achtergelaten en vernietigd door hun eigen bemanningen.
Degenen die het wel tot de strijd hebben geschopt, hebben het echter vrij goed gedaan. Het anti-tank kanon was zeer krachtig en effectief. Ze hadden een goede verhouding tussen doden en gewonden, hoewel dat enigszins te verwachten was, aangezien het doel van een tankvernietiger is om vijandelijke tanks te kunnen vernietigen zonder binnen het bereik van die tanks te komen.
De tankbemanningen klaagden echter voortdurend over de slechte betrouwbaarheid van de tanks. Tijdens de Duitse terugtocht uit Koersk was er geen tijd voor reparaties, en veel tanks moesten worden achtergelaten.
Volgende “Upgrades” en Late Oorlog Service
Toen duidelijk was dat de Ferdinands over het algemeen een ramp waren, werden ze teruggestuurd naar Duitsland voor upgrades. Zelfs op dit late tijdstip verspilde Duitsland meer middelen om dit fundamenteel gebroken ontwerp te laten werken.
De upgrades omvatten dikker pantser, een machinegeweer, en een commandant koepel. De tank was nu 70 ton, en had geen belangrijke motor upgrades. De scherpzinnige lezer kan wellicht raden hoe dit is afgelopen.
De toepasselijk hernoemde “Elefant” was nu klaar om opnieuw de strijd te worden ingestuurd. Deze keer werden ze naar Italië gestuurd, waar ze te maken kregen met heuvelachtig en bergachtig terrein.
Ze bleven in heel Italië in vlammen uitbarsten en over het algemeen defect raken. De weinige die wel de strijd zagen, presteerden niet noodzakelijk slecht in de eigenlijke strijd. Tegen de Slag om Berlijn zouden er slechts twee bruikbaar zijn geweest.
Heden ten dage bestaan er nog twee van deze tank destroyers. Een ervan bevindt zich momenteel in Moskou omdat het door de Sovjets werd buitgemaakt, en net als alle andere die aan het Oostfront werden gebruikt, is het een Ferdinand van vóór de modificatie. Een andere werd door de Amerikanen in Italië buitgemaakt. Die Elefant wordt nu bewaard in de Amerikaanse staat Georgia.
Lees nog een verhaal van ons: 30 beelden van Tiger 1 wrakken
De Ferdinand/Elefant is zijn meme-status zeker waardig, maar dat komt meer door wat het onthult over de Duitse mentaliteit dan door zijn specifieke mechanische mankementen.
De nazi’s waren voortdurend op zoek naar het nieuwste grote wapen om de oorlog in één klap te winnen, in plaats van te investeren in ideeën die eigenlijk wel werkten, maar minder opzichtig waren.