Mensen arriveerden voor het eerst via de eilanden in de Stille Oceaan, in verschillende golven ergens vóór 1300 AD, en brachten de Polynesische rat (kiore) en de gedomesticeerde hond met zich mee. Europeanen brachten later varkens, fretten, hermelijnen, muizen, ratten, honden, katten, schapen, runderen, en vele andere zoogdieren mee. Van deze zoogdieren hebben de ratten, fretten, katten, hermelijnen en honden een ernstige invloed gehad op de Nieuw-Zeelandse fauna, waardoor vele soorten met uitsterven werden bedreigd. Buidelratten werden geïntroduceerd uit Australië voor een bontindustrie, en herten uit Europa als jachtdieren, beide ernstig schadelijk voor het bos habitat van vele vogels.
In de afgelopen jaren zijn succesvolle pogingen gedaan om buidelratten, ratten, fretten, en andere zoogdieren te verwijderen uit vele grote en kleine eilanden voor de kust, in een poging om deze plaatsen terug te brengen tot iets wat meer lijkt op hun oorspronkelijke staat. Zo is bijvoorbeeld naar schatting 30 ton dode buidelratten verwijderd van Kapiti Island. Ook op het vasteland worden pogingen ondernomen om dergelijke soorten op bepaalde plaatsen te bestrijden. In een volgende stap worden in bepaalde reservaten op het vasteland zoogdieren volledig uitgeroeid binnen roofdiervrije omheiningen waardoor ecologische eilanden ontstaan. Voorbeelden hiervan zijn Zealandia in de stad Wellington, waaruit ongeveer een ton dode buidelratten is verwijderd na de installatie van een zoogdierbestendige omheining, en het Maungatautari Restoration Project.