Hier volgt een analyse van het gedicht ‘Digging’ van Seamus Heaney. Heaney was een Ierse toneelschrijver, dichter en academicus; hij won de Nobelprijs voor Literatuur in 1995. Heaney’s carrière was zowel productief als succesvol. In 1966 publiceerde hij zijn eerste grote werk, Death of a Naturalist, waarin dit gedicht is opgenomen. Drie jaar later publiceerde hij zijn tweede dichtbundel, Door into the Dark. Tegen die tijd werd Heaney al door de critici geprezen voor zijn werk en volgden er tal van academische lezingen. Hoewel veel van zijn gedichten als politiek van aard kunnen worden opgevat, vallen de meeste van zijn gedichten onder de categorie naturalisme; veel van de beelden in zijn gedichten zijn ontleend aan zijn omgeving in Noord-Ierland. Heaney overleed op 30 augustus 2013, na een kort ziekbed.

Samenvatting

Dit gedicht is autobiografisch van aard. De spreker, vermoedelijk Heaney, zit aan zijn schrijftafel en bereidt zich voor om te gaan schrijven, als hij zijn vader buiten in de tuin hoort werken. Dit roept herinneringen op aan de spreker als een jonge jongen, luisterend en kijkend naar zijn vader die in de aardappeltuin aan het graven was. De spreker verwondert zich over hoe goed zijn vader graaft, wat een nog oudere herinnering oproept aan zijn grootvader, de vader van zijn vader, die het zware karwei van het graven door veenmos tot een goed einde bracht. Tegen het einde van het gedicht schrijft de spreker alsof hij de aardappels uit de tuin en het veenmos dat zijn grootvader heeft gegraven kan ruiken. Hij bekent dat hij geen spade heeft zoals de twee generaties voor hem, maar wel een pen waarmee hij zal “graven.”

Analyse van het graven

Het gedicht, dat hier in zijn geheel te lezen is, bestaat uit acht strofen van wisselende lengte. Er is geen vast rijmschema, hoewel sommige regels wel rijmen.

Stanza One

Tussen mijn vinger en mijn duim
De gehurkte pen rust; knus als een pistool.

De eerste strofe bevat slechts twee regels. De spreker concentreert zich op de pen in zijn hand. Heaney maakt gebruik van een vergelijking en vertelt de lezer dat de pen “snug as a gun” ligt. De verwijzing naar een geweer is geen toeval: Heaney verwacht dat de lezer daaruit afleidt dat de pen zijn instrument is, zijn wapen. Dit idee zal zich herhalen in de laatste strofe van het gedicht.

Stanza Two

Under my window, a clean rasping sound
(…)
My father, digging. Ik kijk naar beneden

In de tweede strofe hoort de spreker het geluid van zijn vaders tuinspade die wegzakt “in de kiezelachtige grond.” Hij kijkt neer op zijn vader terwijl die in de tuin werkt. Er staat geen leesteken aan het eind van de laatste regel in strofe twee, de gedachte wordt voortgezet in de derde strofe.

Stanza Three

Tot zijn gespannen achterwerk tussen de bloemperken
(…)
Waar hij aan het spitten was.

Heaney maakt in de derde strofe heel slim gebruik van een flashback. De spreker wordt plots getransporteerd naar twintig jaar geleden, toen hij toekeek hoe zijn vader dezelfde taak volbracht.

Stanza Four

De grove laars nestelde zich op de lug, de schacht
(…)
Het koele hardheid ervan in onze handen.

De vierde strofe is rijk aan beschrijving, als de spreker het beeld schetst van zijn vader die door de aardappelbedden graaft.

Stanza Five

By God, de oude man kon met een spade omgaan.
Just like his old man.

De vijfde strofe bestaat uit slechts twee eenvoudige regels als de spreker zich verwondert over zijn vader. De lezer wordt dan nog verder door de tijd meegevoerd als de spreker beelden oproept van zijn grootvader die een soortgelijke taak verricht.

Stanza Six

Mijn grootvader sneed meer turf in een dag
(…)
Voor de goede turf. Graven.

De acht regels in de zesde strofe zijn de langste in het gedicht. De eerste twee regels luiden:

My grandfather cut more turf in a day

Than any other man on Toner’s bog.

Hier krijgt de lezer een inkijkje in de setting van het gedicht. In Ierland wordt turfmolm gebruikt als alternatief voor steenkool. Turf steken is een ongelooflijk slopende taak en het feit dat Heaney beweert dat zijn grootvader meer kon steken dan welke andere man ook, duidt niet alleen op de fysieke kracht van zijn grootvader, maar ook op Heaney’s eigen bewondering voor het zware werk dat zijn grootvader in zijn eentje kon verrichten.

Daarna deelt hij een anekdote met zijn lezer, waarin hij beschrijft hoe hij zijn grootvader op een dag op het veen tegenkwam. De spreker beschrijft een dag waarop hij een fles melk naar zijn grootvader bracht. Heaney’s grootvader stopt nauwelijks met zijn werk, drinkt snel de melk op en gaat dan weer verder met graven en hakken.

Stanza Seven

De koude geur van aardappelschimmel, het knetteren en slaan
(…)
But I’ve no spade to follow men like them.

De zevende strofe brengt de lezer terug naar de tegenwoordige tijd, als de spreker aan zijn schrijftafel zit.

De herinneringen zijn zo levendig en levend in de spreker dat hij de vers gegraven aardappelen en de “doorweekte turf” daadwerkelijk kan ruiken. Hij kan het geluid horen dat de turf maakte toen hij werd gesneden. De spreker beseft dat hij, in tegenstelling tot zijn vader en grootvader, geen spade heeft om in hun voetsporen te treden.

Stanza Acht

Tussen mijn vinger en mijn duim
(…)
Ik zal ermee graven.

Wat hij echter wel heeft, wordt onthuld in de achtste en laatste strofe, die slechts drie regels bevat. In deze drie eenvoudige regels zit veel vervat. Ten eerste maakt Heaney gebruik van herhaling, want opnieuw beschrijft hij hoe hij zijn pen tussen zijn vinger en duim houdt.

Heaney’s dictie is hier ook merkwaardig, want hij gebruikt het woord “squat” om zijn instrument te beschrijven. Hoewel het de fysieke verschijning van de pen zelf kan beschrijven, zou Heaney ook een verband kunnen aangeven tussen hemzelf en zijn vader en grootvader, die beiden op hun hurken moesten gaan zitten om op de juiste manier aardappels en veenmos te kunnen graven. De laatste regel, “I’ll dig with it,” geeft aan dat Heaney zich weliswaar realiseert dat zijn instrument anders is dan dat van de vorige generaties, maar dat hij toch een zware taak volbrengt. Terwijl zijn vader en grootvader groeven naar aardappelen en mos, graaft hij naar het juiste woord, voortdurend proberend voedsel te scheppen door zijn woorden.

Historische betekenis

Hoewel dit gedicht zeker niet politiek van aard is, geeft het wel een inkijkje in het leven van hardwerkende Ieren. In vorige generaties moesten mannen graven voor zowel voedsel als brandstof. Omdat Ierland geen rijkdom aan steenkool heeft, moesten mannen vaak door de venen graven om genoeg veenmos te bemachtigen dat als alternatieve brandstof kon worden verbrand.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.