Diachronic en Synchronic zijn twee logica’s van orde, betekenis en uitdrukking die elkaar tegenwerken en/of aanvullen.
Diachroonde sequentiële logica van een weg |
Synchroonde alles-per-eens logica van een zwembad |
Proces | Structuur |
“Wat komt na wat” | “Wat hoort bij wat” |
Oorzaak en gevolg volgorde | Associatieve volgorde (nietsequentieel) |
Betekenis van Plot, Opeenvolging | Betekenis uit Nabijheid, Contrast, Gelijkenis, Hiërarchie |
Verwachting en voldoening | Verbindingen en patronen |
Zoals een weg die je aflegt | Zoals een poel van mensen en voorwerpen waar je in klimt |
Individuen op een stamboom stamboom zijn diachroon |
Individuen op het organigram van een bedrijf zijn synchroon |
Vaak gecombineerd in de praktijk
Net zoals de jonglerende eenwieler lineaire en cirkelvormige bewegingen combineert, combineren veel verhalen de diachrone logica van de plot met synchrone patronen van symbolen, thema’s en motieven.
Ferdinand de Saussure maakt voor het eerst het onderscheid tussen het synchrone en diachrone in zijn Course in General Linguistics (1916). Hoewel de Saussure het heeft over benaderingen om taalgebruik te bestuderen, kan zijn onderscheid veralgemeend worden naar de studie van tal van verschijnselen.
Zie ook
Rhizoom