Definitie: Cipher is een algoritme dat wordt toegepast op platte tekst om ciphertext te krijgen. Het is de onleesbare output van een encryptie-algoritme. De term “cipher” wordt soms gebruikt als een alternatieve term voor cijfertekst. Cijfertekst is pas begrijpelijk na omzetting in klare tekst met behulp van een sleutel.
Beschrijving: Eerdere cijferalgoritmen werden handmatig uitgevoerd en waren geheel anders dan moderne algoritmen die over het algemeen door een machine worden uitgevoerd. Er bestaan verschillende soorten cijfers, waarvan er enkele zijn:
Substitutiecijfer: Dit biedt een alternatief voor de klare tekst. Het staat ook bekend als het Caesar-cijfer.
Polyalfabetisch substitutiecijfer: Bij dit cijfer wordt een gemengd alfabet gebruikt om de klare tekst te vercijferen, maar op willekeurige punten wordt overgeschakeld op een ander gemengd alfabet dat de verandering aangeeft met een hoofdletter in de cijfertekst.
Transpositiecijfer: Dit cijfer is ook bekend als Rail Fence Cipher en is een permutatie van de klaartekst.
Permutatie Cipher: De posities van de klaartekst worden in dit cijfer verschoven naar een regelmatig systeem, zodat de cijfertekst een permutatie van de klaartekst vormt.
Privésleutel Cryptografie: In dit cijfer is zelfs de aanvaller op de hoogte van de klare tekst en de bijbehorende cijfertekst. De verzender en ontvanger moeten een vooraf gedeelde sleutel hebben. De gedeelde sleutel wordt geheim gehouden voor alle andere partijen en wordt gebruikt voor zowel encryptie als decryptie. DES- en AES-algoritmen zijn voorbeelden van dit type versleuteling. Deze vorm van cryptografie wordt ook wel “symmetrisch sleutelalgoritme” genoemd.
Public-key Cryptography: In dit cijfer worden twee verschillende sleutels – publieke sleutel en private sleutel – gebruikt voor encryptie en decryptie. De verzender gebruikt de openbare sleutel om te versleutelen, terwijl de ontvanger geen weet heeft van de privésleutel. Dit is ook bekend als asymmetrisch sleutelalgoritme.