Negentig jaar geleden – in 1928, werd de term zuurmantel bedacht door de artsen Heinrich Schade en Alfred Marchionini in Kiel, Duitsland. Een decennium later publiceerden Marchionini en enkele collega’s 5 wetenschappelijke mededelingen in het Klinische Wochenschrift over “Der Säuremantel der Haut und Bakterienabwehr” (Zuurmantel en verdediging tegen bacteriën). Zij beschreven experimentele details, documenteerden leeftijds- en lichaamslocatie- alsook huidziekte-afhankelijke pH-veranderingen van de huid, en bespraken de betekenis van de pH en bacteriegroei op de huid. In hun vierde en vijfde mededeling legden zij voor het eerst een verband tussen de veranderde kwantitatieve en kwalitatieve bacteriegroei in pathologisch gemodificeerde huid en de verschoven pH-waarde van de huid en schreven dit gedeeltelijk toe aan het hiaat in de zuurmantel (pathologische Lücke des Säuremantels). Zij onderzochten ook de pH van verschillende topische dermatologische preparaten en concludeerden dat het voordeel van deze preparaten althans gedeeltelijk kan worden toegeschreven aan hun zure karakter, en beveelden aan om zure behandelingen in de dermatologie systematisch te onderzoeken. In die tijd werd gedacht dat de fysiologische rol van het zure huidoppervlak een beschermingsmechanisme was tegen binnendringende organismen. Het leek dus redelijk om de bescherming toe te kennen aan een eenvoudige en denkbare term als “mantel”. Vandaag de dag is de term “zuurmantel” nog steeds een zeer geschikte metafoor om de beschermende kwaliteit van het “zuur” in de huid te illustreren en de term is onderdeel geworden van het spraakgebruik. Intussen is ons inzicht in de pH-waarde van de huid verruimd en weten we dat het zuurkarakter en de geleidelijke verandering daarvan in de huid ook helpen bij het orkestreren van de differentiatie van de epidermis en de vervelling van de corneocyten. Voor veel meer biochemische processen in de huid is de compartimentale pH van cruciaal belang, bijvoorbeeld voor pigmentatie, ionenhomeostase, het gedrag van epidermale (stam)cellen, enzovoort. Het vaak bestaande verschil tussen de H+ concentratie van extra- en intracellulaire en subcellulaire compartimenten zorgt voor een ionische, elektrische, en/of osmotische drijvende kracht; vandaar dat de H+ concentratie op zich werkt als een extra-, intra- en subcellulaire signaalmodaliteit die vele cellulaire functies beïnvloedt en controleert. Men kan pH zelfs beschouwen als een universeel signaal en effector. Het is daarom ook niet verwonderlijk dat verschuivingen in de pH-waarde van de huid zijn waargenomen bij diverse huidpathologieën. Meer recentelijk zijn in zorgvuldig gecontroleerde studies (acne, atopische dermatitis, incontinentie-geassocieerde dermatitis, verouderde huid) de voordelen van gerichte huidverzuring duidelijk geworden en kan het gebruik van topische preparaten met verlaagde pH worden aanbevolen. De momenteel gangbare formuleringsconcepten voor directe aanzuring zijn gebaseerd op een verlaagde pH van de hydrofiele productfase in combinatie met een buffer met een voldoende hoog bufferend vermogen binnen het medium.