Inleiding
Ter voortzetting van het thema van ziekten bij tilapia dat we in de vorige twee nummers hebben belicht (Intervet Aquatic Animal Health Newsletter nr. 11 en 12), wordt hier een andere belangrijke bacteriële ziekte besproken waarvan bekend is dat ze een verwoestend effect heeft op het overlevingspercentage in tilapiakwekerijen over de hele wereld. De ziekte is zeer besmettelijk, vooral in het pootvis- en vingerlingstadium. Geïnfecteerde vissen vertonen vaak uitwendige laesies, zoals huid- en kieuwerosie en necrose. In acute gevallen kunnen deze laesies zich snel uitbreiden en binnen enkele uren tot een hoge sterfte leiden.

Flavobacterium columnare op agarplaat

Mondnecrose

Staart rot veroorzaakt door columnaris

Saddleback laesion

Kieuwnecrose

Veroorzakende stof
F. columnare is een Gram-negatieve, staafvormige bacterie die typische “hooi stapels” of “kolommen” vormt in natte-mount preparaten (vandaar de naam). Deze bacteriën hebben een karakteristiek rhizoïde groeipatroon op een agar-medium met een laag nutriëntgehalte. Uitbraken zijn bekend als gevolg van zowel temperatuur- als omgevingsstress.
Klinische verschijnselen
Uitwendig
De meeste columnaris-infecties manifesteren zich uitwendig en presenteren zich eerst als bruine tot geelbruine laesies op de kieuwen, de huid en de vinnen. De laesies kunnen eerst alleen worden gezien als een bleker gebied zonder het normale glanzende uiterlijk. Deze zweren zijn gewoonlijk omgeven door een zone met een duidelijke roodachtige tint. Vroege tekenen van infectie zijn ook vinosie.
Lesies op de rug lopen vaak door langs de zijkanten, waardoor het lijkt op een “zadel”, typisch voor de ziekte van columnaris. Op de bek kunnen de laesies er beschimmeld of katoenachtig uitzien, en de bek kan ernstig aangetast zijn. De kieuwlaesies zijn meestal necrotisch en de filamenten vallen uiteen naarmate de bacterie binnendringt. Beschadiging van de kieuwen leidt ertoe dat de vis snel gaat ademen en aan de oppervlakte gaat “hijgen” door gebrek aan zuurstof.
Inwendig
Minder vaak wordt de infectie inwendig waargenomen. Tijdens acute uitbraken bereiken de bacteriën soms het bloedsysteem, wat resulteert in een systemische infectie.
Epidemiologie
Vissen zijn gevoelig voor columnaris na een zekere mate van stress. Abrupte schommelingen in de watertemperatuur kunnen deze ziekte uitlokken en de ontwikkeling ervan versnellen. Slechte waterkwaliteit, ontoereikende voeding, hantering en overbezetting zijn ook stressfactoren die een uitbraak kunnen veroorzaken. Columnaris komt vaak voor in productie-eenheden voor pootvis (broederijen), maar ook in kooien en gesloten recirculatiesystemen (kweekvoorzieningen).

Als de ziekte eenmaal is vastgesteld, is zij zeer besmettelijk en kan zij zich horizontaal van vis tot vis verspreiden, waardoor een hoge sterfte wordt veroorzaakt. Besmetting kan ook vanuit de omgeving plaatsvinden, via besmette netten, monstercontainers en zelfs voedsel. De aanwezigheid van columnaris kan ook leiden tot secundaire infecties of andere ziekten; zo wordt wintersaprolegniose vaak voorafgegaan door columnaris.
Diagnostische methoden
Een voorlopige diagnose wordt verkregen door waarneming van typische klinische verschijnselen, zoals zadelruglaesies, of necrotische kieuwen en mond. Bovendien kan de bacterie worden waargenomen in een nat preparaat van geïnfecteerde weefsels, geobserveerd onder lichtmicroscopie. Met fasecontrast bij een vergroting van 400x vertonen de bacteriën een langzame glijdende beweging, waarbij ze zich verzamelen in karakteristieke kolomvormige massa’s of “hooibergen”.
Een definitieve diagnose vereist isolatie van de bacterie op een voedingsarme voedingsbodem (zoals cytofaga-agar) en identificatie in het laboratorium.
Controle en behandeling
De ideale manier om het optreden van columnaris te elimineren, is het verlichten van stress in de gekweekte vispopulatie. De bacteriën gedijen op organische afvalstoffen en deze kunnen onder controle worden gehouden door regelmatig water te verversen. Een juiste voeding, het handhaven van een goede waterkwaliteit en het vermijden van overmatige manipulatie zullen ervoor zorgen dat de vissen niet gestresseerd raken. Om de verspreiding van de bacterie te voorkomen, is het belangrijk dat alle apparatuur na elk gebruik wordt ontsmet en dat in elke kweekvoorziening afzonderlijke apparatuur wordt gebruikt. Dit kan in de praktijk echter moeilijk zijn; stress moet echter zoveel mogelijk worden beperkt. Zout (5-10 ppt) kan worden gebruikt om de ziekte in broedtanks onder controle te houden en om de kans op besmetting tijdens het vervoer te verkleinen.
In veel gevallen kunnen boeren uitbraken slechts gedeeltelijk onder controle krijgen door antibiotica te gebruiken. Dit is echter geen duurzame praktijk. De beste resultaten worden verkregen als aangetaste vissen worden behandeld zodra de ziekte wordt ontdekt. Besmette vissen vertonen een verminderde eetlust en bijgevolg zijn antibiotica die oraal worden toegediend over het algemeen ondoeltreffend. Dit kan leiden tot de selectie van resistente bacteriën, wat in de toekomst tot grotere problemen kan leiden. In het algemeen voorkomen antibiotica alleen dat de infectie zich verder ontwikkelt. Uit verslagen van veehouders blijkt dat, zodra de infectie voorbij is, volgende infecties minder waarschijnlijk zijn, wat erop wijst dat na de infectie een immuunrespons kan worden opgewekt.
Een levend verzwakt immersievaccin, Aquavac-COLTM, tegen columnaris bij kanaalmeerval en geproduceerd door Intervet Inc. is in de VS op de markt. Wij hopen dat in de toekomst ook een vaccin tegen F. columnare bij tilapia en andere soorten beschikbaar zal zijn als de belangrijkste preventieve techniek om deze verwoestende ziekte te bestrijden.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.