M.T.A.A. Coach Pitch Honkbal Regels
- Regels – Algemeen
1.1. Indien een bepaalde regel niet wordt behandeld in deze M.T.A.A Coach Pitch Competitie Honkbal regels, zullen de “Official Baseball Rules” in alle gevallen het spel bepalen. Een exemplaar van het spelregelboek zal beschikbaar zijn op het toernooi.
2. Deelname
2.1. Alle spelers moeten:
2.1.1. Voldoen aan de eisen gesteld in de M.T.A.A By-Laws Artikel III-Lidmaatschap; Sectie 5.
2.1.2. Voldoen aan leeftijdseisen
2.1.2.1. Coach Pitch spelers moeten 8 jaar worden voor 1 mei van het lopende honkbalseizoen, maar mogen niet 9 jaar worden voor 1 mei van het lopende honkbalseizoen.
2.1.2.2. M.T.A.A. behoudt zich het recht voor om van een Speler te verlangen dat hij een Geboortecertificaat of wettelijk document overlegt dat de geboortedatum aangeeft.
2.1.3. 2.1.3. Spelen voor het team waarin hij is ingedeeld.
2.1.4. Aanmelden voor elk nieuw seizoen op data aangewezen door de Commissaris en goedgekeurd door het M.T.A.A. Bestuur.
2.2. Spelers die zich aanmelden nadat de teams zijn ingedeeld, zullen in het eerstvolgende team in volgorde worden geplaatst.
2.3. Alle Coach Pitch spelers die op 1 mei van het huidige honkbalseizoen 8 jaar oud zijn of die actief staan ingeschreven in de 2e klas, komen in aanmerking om deel te nemen aan het Knee High evaluatieproces.
2.3.1. Knee High roostertellingen nadat alle 9- en 10-jarigen zijn opgesteld zullen bepalen hoeveel in aanmerking komende Coach Pitch spelers zullen worden geselecteerd.
2.3.2. Niet alle geëvalueerde Coach Pitch spelers zullen worden geselecteerd om op Knee High niveau te spelen. Alle niet geselecteerde spelers zullen op het Coach Pitch rooster worden geplaatst.
3. Teams
3.1. Alle teams worden ingedeeld door de Coach Pitch Commissaris
3.2. Het minimum aantal spelers op een roster is 9
4. Uitrusting
4.1. Geen metalen spikes toegestaan
4.2. Alleen door de Little League goedgekeurde knuppels
5. Gedrag
5.1. Hoofd Coach en Assistent Coaches
5.1.1. Een Hoofd Coach en alle Assistent Coaches moeten voldoen aan de vereisten en de plichten vervullen zoals beschreven in de M.T.A.A By-Laws Artikel X – Coaches & Artikel XI – Assistent Coaches
5.1.2. Alle Coaches moeten lid zijn van de M.T.A.A. met een huidige status.
5.1.3. Gebruik van alcohol, godslastering of enige vorm van tabaksgebruik is niet toegestaan op of rond enig speelveld bij een M.T.A.A. evenement of training.
5.1.4. Intimidatie van Coaches en Spelers door Coaches is ten strengste verboden en kan leiden tot verwijdering uit de wedstrijd en/of het speelveld. Als een Coach door een M.T.A.A. official wordt gevraagd het speelgebied te verlaten en weigert, zal de wedstrijd worden stilgelegd totdat de Coach hieraan voldoet.
5.1.5. Hoofdcoaches zijn verantwoordelijk voor, maar niet beperkt tot:
5.1.5.1. Het gedrag van hun Assistent Coaches, Spelers, Spelers Ouders, en Toeschouwers.
5.1.5.2. Het weghouden van ouders en toeschouwers van het speelveld, inclusief dug-outs. Indien nodig, zullen Coaches de hulp inroepen van de Coach Pitch Commissaris of het dienstdoende M.T.A.A. Bestuurslid.
5.1.6. Als een Hoofd Coach wordt gevraagd het speelgebied te verlaten, verliest hij zijn veldprivilege voor de volgende wedstrijd en zal worden onderworpen aan een M.T.A.A. Board beoordeling om te bepalen of verdere disciplinaire actie gerechtvaardigd is. Als een assistent-coach wordt gevraagd het speelgebied te verlaten, verliest hij zijn veldprivilege voor de volgende twee wedstrijden en wordt hij onderworpen aan M.T.A.A. beoordeling om te bepalen of verdere disciplinaire actie gerechtvaardigd is.
5.1.7. Coaches mogen op eigen risico buiten de dug-out staan.
5.1.8. Coaches mogen niet met de spelers van de tegenpartij converseren, of schreeuwen, op een wijze die de neiging kan hebben de spelers van de tegenpartij lastig te vallen, te intimideren, te verwarren, af te leiden of onder druk te zetten.
5.1.9. Indien een coach van mening is dat een speler voortdurend problemen veroorzaakt of een actie heeft begaan waarvan hij vindt dat deze disciplinaire actie vereist, zal hij de Coach Pitch Commissaris van de situatie op de hoogte brengen alvorens enige disciplinaire actie te ondernemen. De Coach Pitch Commissaris MOET de disciplinaire actie goedkeuren.
5.1.10. Coaches moeten alle spelers tijdig op de hoogte brengen van trainingen en wedstrijden of verplaatste wedstrijden, zodat alle spelers de gelegenheid hebben om aanwezig te zijn. Een verzuim van de Coaches om dit te doen zal worden onderworpen aan M.T.A.A. Board beoordeling om te bepalen of verdere disciplinaire actie gerechtvaardigd is.
5.2. Spelers
5.2.1. Spelers moeten respect tonen voor, attent zijn voor en een positieve houding tonen tegenover teamgenoten, Coaches, spelers van de tegenpartij en ouders. Intimidatie van teamgenoten, Coaches, en spelers van de tegenpartij is ten strengste verboden en kan leiden tot disciplinaire maatregelen.
5.2.2. Van spelers wordt verwacht dat zij naar beste vermogen deelnemen aan en op tijd zijn bij elke training en wedstrijd. Als een speler verhinderd is, moeten de ouders hun Coach ten minste twee uur voor het begin van een wedstrijd of training bellen om hen te informeren.
5.2.3. Spelers moeten hun volledige tenue dragen; shirt, broek, en hoed naar alle wedstrijden.
5.2.4. Spelers moeten in de dug-out blijven als zij niet in de verdediging of aan slag zijn. Alle spelers die slaan of in de on-deck cirkel staan, moeten een beschermende slaghelm dragen.
5.2.5. Batboys moeten te allen tijde een beschermende helm dragen en moeten wachten op een Coach die hen vertelt wanneer zij het weggegooide bat mogen terughalen.
5.3. Ouders
5.3.1. Gebruik van alcohol, godslastering of enige vorm van tabaksgebruik is niet toegestaan op of rond enig speelveld bij een M.T.A.A. evenement of training.
5.3.2. Intimidatie van Coaches en spelers door ouders is ten strengste verboden en kan leiden tot verwijdering uit de wedstrijd en/of het speelveld. Indien een ouder door een M.T.A.A.-official wordt gevraagd het speelgebied te verlaten en weigert, zal de wedstrijd worden onderbroken totdat de ouder gehoor geeft.
6. Spelopzet
6.1. Spelduur
6.1.1. 1 uur. 45 min. of 5 innings, welke het eerst komt.
6.2. Een inning zal bestaan uit 4 runs of 3 outs, welke het eerst komt.
6.3. Het thuisteam zal Coach Pitcher leveren voor zowel het thuis- als het uitteam.
6.3.1. Coach Pitcher zal werpen naar alle slagmensen gedurende de eerste twee innings van de wedstrijd. Kid Pitcher zal werpen gedurende de laatste drie innings van de wedstrijd.
6.3.2. Coach Pitcher zal de laatste drie innings van de wedstrijd in relief van Kid Pitcher werpen indien Kid Pitcher wordt verwijderd volgens Sectie 9.2.3
6.3.3. Coach Pitcher zal alle ballen/stoten en spelbeurten op de thuisplaat afroepen.
6.3.4. Coach Pitcher die de wedstrijd begint moet de gehele wedstrijd pitchen en kan niet worden vervangen door een andere coach van het thuisteam. De enige uitzondering op deze regel kan zich voordoen als de Coach Pitcher die de wedstrijd begint niet verder kan gaan vanwege een blessure of de wedstrijd moet verlaten en niet kan terugkeren.
6.4. Het uit-team zal Coach Umpire in het veld leveren gedurende alle vijf innings.
6.4.1. Veldscheidsrechter zal alle in het veld gemaakte plays roepen
6.4.2. Het uitteam mag Coach Umpire per inning een onbeperkt aantal malen vervangen.
6.5. Zowel de Home Coach Pitcher als de Away Field scheidsrechter mogen een beroep op elkaar doen om groepsbeslissingen te nemen in alle situaties met uitzondering van balls/strikes.
6.6. De score zal niet worden bijgehouden gedurende de eerste twee innings van het spel. De score wordt bijgehouden tijdens de laatste drie innings van het spel.
6.6.1. Het team met de meeste punten aan het einde van het spel zal de winnaar bepalen. Indien de score gelijk is, zullen er geen extra innings zijn, het spel zal eindigen in een gelijkspel.
6.7. Een uitgestelde wedstrijd zal worden gespeeld op de eerst beschikbare open datum zoals aangewezen door de Coach Pitch Commissaris die beide Coaches in staat zal stellen een team op te stellen.
6.8. Een wedstrijd kan op elk moment worden beëindigd met wederzijds goedvinden van de Hoofd Coaches, of waarnemende Hoofd Coaches van beide teams.
6.9. De wedstrijd wordt gespeeld op 50 ft. honkpaden met een 38 ft. werprubber.
7. Speeltijd
7.1. Alle spelers:
7.1.1. Moeten tenminste 1 inning maar niet meer dan twee innings per wedstrijd op de bank zitten. Een innings wordt gedefinieerd als 3 outs of 4 runs.
7.1.2. Wordt in de slagvolgorde geplaatst.
7.1.3. Mag een onbeperkt aantal malen in de verdediging worden ingebracht en verwijderd.
7.2. Van een speler die wordt gestraft volgens Artikel 5.1.9 moeten zijn ouders minimaal één dag voor de disciplinaire maatregel op de hoogte worden gebracht en volledige uitleg krijgen waarom hun kind wordt gestraft en wat de disciplinaire maatregel zal zijn. Een spelers disciplinaire maatregel mag zich niet verder uitstrekken dan het team dat de disciplinaire maatregel geeft.
8. Honklopen
8.1. Niet stelen en niet leiden
8.2. De honkloper moet glijden of contact vermijden als er een mogelijk spel op een honk of thuisplaat is.
8.3. Hoofd eerst glijden is een automatische uit.
8.4. Een courtesy runner mag worden ingevoegd voor de catcher met 2 outs om het spel te bespoedigen. De vervangende loper moet de speler zijn die de laatste nul heeft gemaakt.
8.5. Aanvallende spelers moeten buiten de dug-out te allen tijde een beschermende helm dragen.
8.6. De bal wordt als dood beschouwd en lopers kunnen niet meer oprukken zodra Coach Pitcher of Kid Pitcher in het bezit is van de bal bij het pitchers rubber.
9. Pitching
9.1. Coach Pitcher
9.1.1. Eerste vier worpen strikes zullen alleen worden afgeroepen als slagman swingt.
9.1.2. Na de vierde worp zal Coach Pitcher strikes roepen als slagman niet naar de geworpen bal zwaait binnen de slagzone.
9.1.3. Geen vrije lopen, ballen zullen niet afgeroepen worden wanneer Coach Pitcher aan het werpen is.
9.1.4. Coach Pitcher zal op dezelfde snelheid gooien naar alle spelers van beide teams.
9.1.5. Coach Pitcher zal geen enkele poging doen om de bal onder spanning te krijgen. Indien de bal in aanraking komt met Coach Pitcher, hetzij met opzet of uit zelfverdediging, zal het spel als dood worden beschouwd. De slagman zal terugkeren naar de thuisplaat en de slagbeurt zal worden hervat op het aantal worpen voorafgaand aan het hinderen van het spel.
9.1.6. Elke slagman die geraakt wordt door een worp gegooid door Coach Pitcher zal het eerste honk toegekend krijgen.
9.2. Kid Pitcher
9.2.1. Slechts één Kid Pitcher zal worden toegestaan per inning en zal worden beperkt tot één inning per wedstrijd.
9.2.2. 9.2.2. Ballen/stakingen zullen worden afgeroepen op alle worpen. Coach Pitcher zal optreden als thuisplaat scheidsrechter voor beide teams wanneer kinderen aan het werpen zijn.
9.2.3. Als Kid Pitcher vijf wijd geeft aan vijf slagmensen of twee slagmensen slaat, zal hij worden verwijderd en Coach Pitcher zal de inning afmaken. Coach Pitcher zal de regels volgen van Sectie 9.1
9.2.4. Kid Pitcher zal de pitching positie innemen wanneer Coach Pitcher op het rubber staat. Kid pitcher zal ongeveer 5 ft rechts of links van de Coach Pitcher spelen, de voorkeur voor welke kant wordt gemaakt door Kid Pitcher of zijn Coachende Staf.
10. Slaan
10.1. Alle spelers moeten in de slagopstelling worden geplaatst. Elke speler die aan het spel deelneemt nadat het officieel is begonnen, moet aan het einde van de slagopstelling worden geplaatst en zijn slagbeurt nemen wanneer de volgorde rond zijn slot komt.
10.2. Het gooien van het bat is niet toegestaan. Coaches worden verzocht hun spelers te instrueren hoe zij hun knuppel op de juiste wijze moeten laten vallen.
10.3. Na contact in fair play mogen slagmensen zoveel honken lopen als zij kunnen krijgen. De slagman kan niet verder gaan wanneer de bal dood is verklaard, zie Paragraaf 8.6
10.4. Stoten zijn niet toegestaan tijdens Coach Pitch wedstrijden. De slagman die een poging tot stoten doet, zal automatisch worden uitgemaakt.
11. Vanger Positie
11.1. Beschermende kledij, met inbegrip van een atletische cup, volledige catchers hoofdkledij, borstbeschermer en scheenbeschermers, moeten ten allen tijde gedragen worden.
12. Officials
12.1. De Coach Pitch Commissaris
12.1.1. Een Commissaris en alle Co-Commissarissen moeten voldoen aan de vereisten en de plichten vervullen die zijn vermeld in de M.T.A.A. By-Laws Artikel IX – Sport Commissarissen.
12.1.2. De Coach Pitch Commissaris en alle Co-Commissarissen, zullen verantwoordelijk zijn voor maar niet beperkt tot:
12.1.2.1. Het bepalen, of een game midden in het spel moet worden gestopt als gevolg van een “daad van God”.
12.1.2.2. 12.1.2.2. Bepalen of een game al dan niet moet worden uitgesteld als gevolg van “overmacht”.
12.1.3. De Coach Pitch Commissaris zal deze regels in hun geheel doornemen met alle Hoofd Coaches. De Coach Pitch Commissaris zal een lijst bijhouden met de handtekening van alle Hoofd Coaches dat de regels met hen zijn doorgenomen door de Coach Pitch Commissaris en dat zij begrip hebben van de regels hierin uiteengezet en deze regels zullen doornemen met al hun Assistent Coaches.