Chorale, metrische hymne melodie die in het Engels geassocieerd wordt met de Lutherse kerk in Duitsland. Vanaf het begin van de Reformatie moesten koralen door de gemeente worden gezongen tijdens de protestantse liturgie. Eenstemmig zingen was de regel in de gereformeerde kerken, zowel in Duitsland als in andere landen. Vroege polyfone (meerstemmige) versies kunnen bedoeld zijn geweest voor een koor dat alleen de melodie zong, terwijl de volledige versie op het orgel werd gespeeld. In latere meerstemmige arrangementen verschoof de melodie geleidelijk van de oorspronkelijke positie in de tenor naar de diskant.
De woorden van de Lutherse koralen waren vaak Latijnse hymne-teksten, vertaald in de volkstaal. De melodieën waren vaak ontleend aan wereldlijke liederen en vertoonden daarom een grote melodische en structurele eenvoud. Maarten Luthers eigen versies waren vaak onregelmatiger dan de gepolijste versies die later de overhand kregen.
De vroegste grote verzameling van dergelijke melodieën was het Geystliches Gesangk-Buchleyn (1524), uitgegeven door Johann Walther met een voorwoord van Luther. Vanaf die tijd breidde de techniek van het koraalschrijven zich uit en werden vele bundels gepubliceerd. Luthers eigen composities omvatten “Ein’ feste Burg” (“Een machtige vesting”) en “Vom Himmel hoch” (“Uit de hemelse hoogte”), waarvan hij zeker de woorden schreef en bijna zeker de muziek schreef of bewerkte.
Prominent in de ontwikkeling van het koraal in de 16e eeuw waren Michael Weisse, Philipp Nicolai, componist van het beroemde “Wachet auf!” (“Word wakker, word wakker”), en Melchior Vulpius. In de 17e eeuw waren Johann Hermann Schein en Johann Crüger actief. Crüger gaf de eerste edities uit van Praxis Pietatis Melica, een verzameling deuntjes die voor het eerst in 1644 werd gepubliceerd.
Meer complexe koraalbewerkingen kwamen van Johan Eccard en Michael Praetorius. Eccard’s koraalzettingen zijn bijna korte motetten, en Praetorius was een van de eerste systematische bewerkers in polyfone stijl van melodieën uit vroegere bronnen (Musae Sioniae, 1610). Voor deze en voor de latere Duitse hymnodie, zie hymn.
In de passies en cantates van Johann Sebastian Bach verschijnt het koraal als een rijk geharmoniseerde hymne- melodie waarin van de gemeente wordt verwacht dat zij met het koor meedoet. Bachs koralen zijn zuivere koraalbewerkingen van bekende gezangen, versierd met een uitgebreide harmonie; hij heeft nooit een origineel koraal gecomponeerd.
In de moderne tijd wordt het koraal beschouwd als een muzikale zetting, gewoonlijk meerstemmig, van een traditionele religieuze tekst. De melodie kan een traditionele melodie zijn, zoals een hymne, of een melodie die speciaal voor de tekst is gecomponeerd. Een andere mogelijkheid is dat een koraal een traditionele tekst op een traditionele melodie zet.