Cognitive load theory gebruikt de evolutietheorie om de menselijke cognitieve architectuur te beschouwen en gebruikt die architectuur om nieuwe, instructieve procedures te bedenken. De theorie gaat ervan uit dat kennis kan worden verdeeld in biologisch primaire kennis die wij geëvolueerd zijn te verwerven en biologisch secundaire kennis die om culturele redenen belangrijk is. Secundaire kennis is, in tegenstelling tot primaire kennis, het onderwerp van instructie. Zij wordt verwerkt op een wijze die analoog is aan de wijze waarop de biologische evolutie informatie verwerkt. Wanneer het om secundaire kennis gaat, vereist de menselijke cognitie een zeer grote informatievoorraad, waarvan de inhoud grotendeels wordt verkregen door informatie te verkrijgen uit andere informatievoorraden. Nieuwe informatie wordt gegenereerd door een willekeurige genereer- en testprocedure, waarbij slechts zeer beperkte hoeveelheden nieuwe informatie op een gegeven moment kunnen worden verwerkt. Daarentegen kunnen zeer grote hoeveelheden georganiseerde informatie die in de informatieopslagplaats is opgeslagen, worden verwerkt om complexe actie te genereren. Deze architectuur is gebruikt om instructieprocedures te genereren, samengevat in dit hoofdstuk.