Gidsen voor de liturgie
Buitengewone misdienaars
Algemene beginselen
Bij iedere viering van de Eucharistie dient er een voldoende aantal misdienaars te zijn, opdat het Heilig Avondmaal op een eerbiedige en ordelijke wijze kan worden toegediend. Bisschoppen, priesters en diakens delen de heilige Communie uit krachtens hun ambt van gewone bedienaren van het Lichaam en Bloed van de Heer. (1) Wanneer de grootte van de gemeente of de onbekwaamheid van de bisschop, priester of diaken dit vereist, kan de celebrant worden bijgestaan door andere bisschoppen, priesters of diakens. Indien de gewone bedienaars van het Heilig Avondmaal niet aanwezig zijn, “kan de priester een beroep doen op buitengewone bedienaars om hem bij te staan, d.w.z. naar behoren geïnstitueerde acolieten of zelfs andere gelovigen die voor dit doel zijn aangesteld. In geval van noodzaak kan de priester ook geschikte gelovigen voor deze enkele gelegenheid afvaardigen (GIRM 162).”
De buitengewone bedienaren van de heilige Communie dienen voldoende geestelijke, theologische en praktische voorbereiding te ontvangen om hun taak met kennis en eerbied te vervullen. In alle aangelegenheden dienen zij de leiding van de diocesane bisschop te volgen ( Norms for the Distribution and Reception of Holy Communion Under Both Kinds for the Dioces of the United States of America, NDRHC, no. 28). Wanneer gebruik wordt gemaakt van buitengewone bedienaren van de Heilige Communie, in het bijzonder bij de verdeling van de Heilige Communie in beide soorten, mag hun aantal niet groter zijn dan wat nodig is voor de ordelijke en eerbiedige verdeling van het Lichaam en Bloed van de Heer. In alle aangelegenheden dienen deze buitengewone bedienaren van de Heilige Communie de richtlijnen van de diocesane bisschop (IBID) te volgen.
Alle bedienaren van de Heilige Communie dienen de grootste eerbied voor de Allerheiligste Eucharistie te tonen door hun houding, hun kleding en de wijze waarop zij het geconsacreerde brood of de geconsacreerde wijn hanteren. Mocht er een ongeluk gebeuren – zoals bijvoorbeeld wanneer de gewijde wijn uit de kelk wordt gemorst – dan moet het getroffen gebied worden gewassen en het water in het sacrarium worden gegoten. (NDRHC, 29).
Liturgie van de Eucharistie
-
Als het Agnus Dei of Lam Gods wordt ingezet, breekt de bisschop of priester alleen, of met de hulp van de diaken, en indien nodig van concelebrerende priesters, het eucharistisch brood. Andere lege cibories of patens worden dan naar het altaar gebracht indien dit nodig is. De diaken of priester doet het geconsacreerde brood in verschillende cibories of schalen, indien nodig, zoals nodig is voor de uitdeling van de heilige Communie. Als het niet mogelijk is om deze verdeling binnen een redelijke tijd te voltooien, kan de celebrant de hulp inroepen van andere diakens of concelebrerende priesters.
-
Als buitengewone bedienaren van de Heilige Communie om pastorale redenen nodig zijn, mogen zij het altaar niet naderen voordat de priester de Communie heeft ontvangen. Nadat de priester zijn eigen communie heeft beëindigd, deelt hij de communie uit aan de buitengewone bedienaren, bijgestaan door de diaken, en overhandigt hen vervolgens de heilige vaten voor de uitdeling van de heilige communie aan het volk.
-
Alle mensen ontvangen de heilige communie op de wijze zoals beschreven in de Algemene Instructie voor het Romeinse Missaal, of het nu gaat om priester concelebranten (zie GIRM, nrs. 159, 242, 243, 246), diakens (zie GIRM, nrs. 182, 244, 246) of buitengewoon bedienaren van de heilige communie (zie GIRM, nr. 284). Diakens noch lekenbedienaars mogen ooit de heilige communie ontvangen op de wijze van een concelebrerende priester. De praktijk dat buitengewone bedienaren van de heilige communie wachten met het ontvangen van de heilige communie tot na de uitdeling van de heilige communie is niet in overeenstemming met de liturgische wet. (NDRHC, 39; GIRM, 160).
-
Nadat alle buitengewone bedienaren van de heilige communie de eucharistie hebben ontvangen, overhandigt de bisschop of priester celebrant eerbiedig de vaten met het lichaam of bloed van de Heer aan de diakens of buitengewone bedienaren die zullen assisteren bij de uitdeling van de heilige communie. De diaken mag de priester assisteren bij het overhandigen van de vaten met het Lichaam en Bloed van de Heer aan de buitengewone bedienaren van de Heilige Communie. (NDRHC, 40).
-
De juiste en enige toegestane vorm voor het uitdelen van het Heilig Avondmaal is het aanbieden van het gewijde brood met de woorden: “Het Lichaam van Christus” en het aanbieden van de gewijde wijn met de woorden: “Het Bloed van Christus”. Er mogen geen andere woorden of namen worden toegevoegd; en de formule mag op geen enkele wijze worden bewerkt. (Cf. GIRM, 161; 284-287).
-
Als het eucharistisch brood of een deeltje ervan valt, moet het eerbiedig worden opgeraapt door de bedienaar.
-
Als er een ongeluk gebeurt, bijvoorbeeld als de geconsacreerde wijn uit de kelk wordt gemorst, moet de plek worden gewassen en het water in het sacrarium worden gegoten.
-
In die gevallen waarin er meer geconsacreerde wijn overblijft dan nodig was, mogen de buitengewone misdienaars van de heilige communie met toestemming van de diocesane bisschop de restanten van het kostbare bloed uit hun kelk gebruiken. De heilige vaten moeten worden gezuiverd door de priester, de diaken of een geïnstitueerde acoliet. De hoeveelheid te wijden wijn moet vóór de viering zorgvuldig worden afgemeten, zodat er na de viering niets van overblijft. Het is ten strengste verboden het kostbaar bloed in de grond of in het sacrarium te gieten. (NDRHC, 51-55).
-
Zo ook moeten “gewijde hosties in een ciborie of vat worden bewaard in voldoende hoeveelheid voor de behoeften van de gelovigen; zij moeten regelmatig worden vernieuwd en de oude hosties moeten naar behoren worden geconsumeerd” (Codex van Canoniek Recht, nr. 939). Het begraven van hosties of geconsacreerd eucharistisch brood is ten strengste verboden.
Notes
- Norms for the Distribution and Reception of Holy Communion Under Both Kinds for the Dioceses of the United States of America (augustus, 2002), no. 26 en cf. GIRM no. 162 en NRHC, nr. 28
Het staat u vrij dit materiaal te downloaden en te reproduceren in elke vorm die u geschikt acht voor uw bisdom of parochie, op voorwaarde dat het materiaal in geen enkele vorm wordt verkocht. Als u het materiaal reproduceert zoals het is, moet u het volgende vermelden: “2010, Conferentie van Katholieke Bisschoppen van de Verenigde Staten. Als u het materiaal heeft gewijzigd, vermeld dan het citaat: Gebaseerd op Romeins Missaal Vormingsmateriaal verstrekt door het Secretariaat voor de Liturgie van de Conferentie van Katholieke Bisschoppen van de Verenigde Staten, 2010.”